18 augustus 2019
gewaar

Er werd een kat over het hek van een dierenopvang gegooid.
Vakantietijd, vooruit buitenland, vooruit: mijn dingetje.
Kat bleek een poes, uiteraard hoogzwanger dus kwam ze bij mij.
Bevallen.
Het zou nog even duren, week of twee drie en hooguit twee of drie.
Daar dacht ik over na.
Zoals je dan kan denken: hoe lang nog, wanneer en waar.
En als het maar goed gaat,... ik wist dat ik best een kattenbevallling kan maar dan wel een beetje vanzelf.
Ik hou vandaag de dag niet meer van verrassingen.
Een dag later zat ik met haar op de bank en ineens waren er vijf kittens.
Ze lag spinnend naast me en hopla.
Ik sliep twee nachten naast ze en toen vond ik dat wel genoeg.
Het hele huis vergeven van de bevallingsdozen die niet gebruikt waren maar hallo,
ik had meer te doen.
Boodschappen, licht huishoudelijk werk en slapen bijvoorbeeld.

Vijf molratjes, doof en blind. Ik kon niet stoppen met kijken.
Zo af en zo prachtig.
Als je het vertrouwen in mensen verliest is dat zo vaak terecht.
Mensen kunnen denken, hebben gezond verstand maaarrr … soms zo kansloos.

Als het om dieren gaat is dat anders.

'Denk jij nog wel eens aan seks?'
Ik vroeg het aan hem omdat dat tussen hem en mij niet aan de orde is dus dan heb je een vraag. Of gespreksonderwerp.
Hij niet. Zo zei hij. En omdat ik er ook niet aan dacht kon het zo.
Seks is geen liefde of intimiteit, seks is een handeling.
Maar gaat die over jou en die ander of alleen over jezelf?
Jouw behoefte?
En over wat voor behoefte gaat het dan. We doen het de rest van ons leven bij en met elkaar?

Ik sliep en ik droomde. Mijn grote liefde lag naast me en zei: 'ben jij het echt? De grote liefde?'
Vervolgens schrok ik wakker en dacht 'dat is geen vraag, dat was mijn droom dus mijn tekst'.
Maar die wetenschap.
Dat je alles voor iemand wil doen.

Ik wil zorgen.
Geen zorgen.

Ik vond dat een geruststellende gewaarwording.
Zij ook.

kitties tiny.jpg
Peet - 23:57 -

4 augustus 2019
superlatieven


'Hoe gaat het nu met je?'

Het was wat ik hoorde toen ik de supermarkt inliep en vervolgens ging het van 'Nou...'.
Ik had besloten geen haast te hebben vandaag, daar was het te warm voor. De supermarkt overviel me als een oase van koele bries.
Onderweg naar de diepvrieskasten, voor een diepvriespizza of iets als dat. En dan heel asociaal lang kiezen met de deur open.
Mensen vragen in de supermarkt graag aan elkaar hoe het met ze is.
Niet aan mij hoor. Zo zie ik er niet uit. Ik loop liefst een heel snel rondje maar vandaag een rondje en weer een rondje.
Iets houd-baars, iets voor de katten,... laatste rondje.
Kassa getrotseerd en daar staan ze nog.
Zij van 'hoe gaat het nu met je'.

Buiten werd ik overvallen door de warmte die heerst.
Autoraam open
En dan een persoon naast mijn raam. 'Hey, gaat het goed met je?'
Ik stond volgens de man met de Hummer te schuin geparkeerd, dus kreeg nog wat teksten over 'vrouwen achter het stuur' en 'parkeren'.
Dus ik – na supermarkt en nu weer in hitte- scandeerde vrij impulsief 'LUL!'.
Dat hoorde hij. De lul. Maar ik kan heel hard wegrijden.
Naar huis.
Naar de schoonheid van neusjes en liefde en beweging.
Ik zag de dierenarts en ik vroeg 'wat vind jij nou zo leuk aan katten?'
Zij wist het niet.
Ik ook niet.
Waarom vind je iets leuk?
Waarom verovert iets je hart?

Ik mijmer graag in superlatieven.
Dat gaat twee kanten op. Vind ik iemand lager dan laag dan kan dat nog best een graad erger.
Vind ik iemand mooi dan mijmer ik mezelf seniel.
Want ook dan geniet ik van alles.
En als ik droom dan kan ik daar zo weinig aan doen, dan gebeurt alles waar ik niet de hele dag aan wil denken.
Tussen droom en daad staan wetten in de weg,
en praktische bezwaren' zei een dichter. Elsschot denk ik.
'En ook weemoedigheid die niemand kan verklaren'.
Dat rijmt, zelfde dichter.
Tussen waken en dromen ben ik op mijn best denk ik.

En ineens was er weer een ontmoeting.
Ik pretendeer dat ik dat kan, zakelijk. Niet alles draait om mij uiteindelijk.
En ineens was daar de vraag: 'hoe gaat het met je?'
Dus ik zei dat wat ieder gesprek verder vlot uit de weg gaat: 'goed!'
Want los van het feit dat dat zo is, ik was daar niet op voorbereid, vroeg niets terug en kwam met de schrik vrij.

Een dag later vond ik mezelf weer,
laat en mijmerend en dacht ik ' ik vind je steeds mooier.'
Soms doet dat pijn, soms neem ik mezelf voor kennisgeving aan
en soms denk ik
'dat is mooi,
en zo gaat het'.

Ook dat is en doet liefde.

Peet - 19:05 -