
'Was het kalverliefde' vroeg ze.
Ongetwijfeld, maar geen liefde zo puur als die.
Grote liefde was het, maar
zoals ik járen later samenvatte: 'niet met elke grote liefde hoef je samen te leven.'
Geef toe, soms leefde ik wel samen. Omdat ik dacht dat het er was.
En wederom samengevat: hou op en schei uit,
in combinatie met al die glorieuze levens was mijn enige vraag onvoorwaardelijkheid.
Het is de eerste sneuvel gebleken.
Natuurlijk irriteert het dat mensen je in de gaten houden.
Niet zozeer dat 'ze' je in de gaten houden, 'ín de gaten houden' is een ding van deze tijd.
Wel dat menschen die wel wat beters te doen hebben dat doen.
Maar misschien is dat ook weer zo een illusie of gewoon een galbak.
Ach. Hou het er maar op dat ik niets beters te doen heb. Het kost ook niet zoveel tijd.
Één blik is genoeg, en eigenlijk glimlach ik dan.
Ik heb natuurlijk niets beters te doen.
Mijn verleden ook niet.
Of het moet van waarde zijn wat ik schrijf. Dat geloof ik wel, het is zoals het is en ergens geloof ik ook dat het waar is. Mensen zijn zoals ze zijn.
In stompzinnigheid geloof ik al jaren niet.
Liefde? Hou eens op, invulling. Avondvulling, geld, whatever,
Natuurlijk gaat het niet over liefde,
want als ik ergens verstand van heb dan is het van liefde,
of van dat gebrek daaraan~ al duurt het even voor je dat doorhebt.
Natuurlijk klinkt dat niet naar wat menigeen wil horen,
zo ik dat niet wilde.
Waren het domme mannen waar ik voor viel? Neuh, ook dat niet, ze waren zo geworden of zo bepaald. En het waren leuke mannen.
Okee, niet in staat tot een relatie,
dat werd weer mijn probleem.
Of ze dat later wel werden? Jaaaah, dan lag het aan mij. Natuurlijk.
En dat is dan weer iets om af te vragen .
Morgen zie ik mijn kalverliefde
Ik word zo moe van liefheid die ik niet vertrouw. Oh dear, ik ben graag chagrijnig,
En dan ventileer ik dat.
Zo komt een mens erachter waarom, denk ik dan.
Je kunt het ook anders doen,
dan jaag je zonnestralen na en ontken je je achterbakse wezen.
Kan.
Ik word zo moe van liefheid die ik niet vertrouw.
Ik word erg gelukkig van liefheid die ik vertrouw.
En dan ben ik een kip, zo een kloek die het liefst iedereen onder dak heeft.
Komma, komma,
kaarsjes aan, te eten en te drinken.
Het is een lastig gegeven, voor pubers.
Logisch.
Ook voor katten.
Ik geef ze vertrouwen mee. Dat hoop ik.
Kinderen en katten weten soms niet wat dat is. Vertrouwen.
En soms krijg ik het terug.
Ik heb het nooit willen verliezen.
Ja. Ik ben fan van het verleden.
Ik houd van gezamenlijke herinneringen, zo zal ik het maar omschrijven.
Inmiddels zijn dat het er zoveel dat ook ik het soms niet meer weet.
Ik sprak iemand die een avond memoreerde. Ik wist die avond nog en met wie zo ongeveer, het 'waarom' en 'hoezo' wisten we allebei niet meer.
Het voelde een beetje als het begin van het einde, al wisten mijn gesprekspartner en ik nog meer dan de rest van het gezelschap, dat voor een deel niet eens meer wist of ze wel of geen deel uitmaakten.
Okee, okee, jaar of dertig geleden.
Geschiedenis.
Sommige geschiedenis is nog actueler, die loopt dagelijks om me heen. Dat heet een hond, die voorlopig in mijn tegenwoordigheid nog geen geschiedenis is.
Bijna was hij weg, want gedeelde aanschaf in een voorbij leven.
Hij zou worden gehaald, 'of ik paspoort en voerbakken maar klaar wilde zetten',
maar na een slapeloze nacht mijnerzijds toch maar niet: 'dat begreep ik toch ook wel'.
En eerlijk gezegd begreep ik het niet, al had ik best kunnen invullen dat de zorg voor iets anders met een hartslag voor sommige mensen te veel is.
Laat staan dat er een boodschap aan verbonden was.
Voor mij was die er wel, voor de andere hartslag die hond heet ook~
en 1x te vaak ging ik af op oeverloos gezwets zonder bodem.
Maar hij leeft. Dus ik stuurde van dat bewijs een foto.
Daar viel verder niet zoveel aan te begrijpen, dacht ik, maar oh-oh ook dat was te zwaar. Denk ik.
Met stomheid verslagen
Ik werd in ieder geval doorverbonden met zijn nieuwe geluk en levenswijze en
eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik om de potsierlijke kitsch moest lachen.
Ze gaf me haar mailadres, of verzin ik dat?
Cute. Maar waar moest ik het in godshemelsnaam met haar over hebben?
Hoe verschrikkelijk leuk en lollig zij in het leven staat?
Hoe veel beter zij hem begreep?
Of erger nog: dat ze mij vanuit die naïeve stompzinnigheid meende te kennen of herkennen.
Het was een waardige afsluiting van waarin deze keer niet geslagen of gegild werd, al begreep ik dat postuum wel.
Zelfbenoemde slachtoffers vinden een nieuwe pleister, de wond ettert door.
Mijn verleden vlak je niet uit, het vervaagt soms wat.
Herinneringen van waarde blijven.
'Discrepantie', dacht ik.
Joost mag weten waarom, het zat in mijn hoofd.
Misschien gewoon omdat ik het een intrigerend woord vind. Discrepantie.
En dan resoneert het even door: discrepantie, discrepantie ~
voor het plaats maakt voor het 'Irritatiefactortje' dat Jochem Meijer heet.
Weet u. En ikzelf ook:
Soms word je er wel eens moe van weer het tussenstation te zijn naar een toekomstige ex.
Discrepantie.
Natuurlijk klinkt het soms wat tegenstrijdig.
Van de één kwam ik er wat laat achter dat hij bezet was, de ander had ook wat minder dat idee.
En ik hoefde dat niet zo nodig.
Menschen, ik red me zo goed alleen; dat is duidelijk namelijk.
Het verschil met opvanghondjes is dat je weet dat die zo snel als mogelijk weer vertrekken naar een gouden mandje. Dan weet je dat je tussenstation bent.
De illusie; antwoorden zijn er niet of bestaan niet.
Ik was nooit degene die aan de zijlijn stond te wachten. Ik vond mezelf nooit leuker of grappiger.
Geloof ook niet dat dat enige zin heeft als iemand niet van zichzelf houdt.
Maar goed.
Het maakt niet ongelukkig. Laat staan verbitterd.
Een paar weken geleden voelde ik me alleen, …
Om me vervolgens te bedenken dat dat eigenlijk nooit anders was. En soms is dat zo zielig als er een plafond gewit moet, een ouderavond bezocht, of iets anders praktisch.
De illusie. Discrepantie en de illusie.
Word je daar depressief van? Welnee.
Het gaat niet om verlies, het gaat om rouw.
Ik houd van de herfst. Laat de kerstdagen maar komen,
Maar koud,
dat soms wel.