26 april 2016
stukje


Per ongeluk viel ik in een programma over kanker en ik bleef kijken.
Confronterend.
En plots werd ik overvallen door schaamte. Niet zozeer over zijn gedrag, dat kon ik wel loskoppelen van mijn verantwoordelijkheid.
Wel voor het feit dat ik het groeiend gezwel niet eerder uit ons leven sneed.
De woede-uitbarstingen en het on aan te passen gedrag waren zijn ding, tot de last te groot werd.
Ik vroeg me af waar hij op dat moment mee bezig was. Zat hij al weer op een berg waar hij wilde sterven? Was de vrouw die hem wilde redden uit de ondraaglijke leegheid van zijn bestaan al ingepalmd? Werden haar kinderen al getrakteerd op toneelstukjes en kunstjes met gekookte eieren?
Ik vrees dat er niet meer fantasie aan te pas kwam.

Die eieren waren een groot succes, vriendjes uit de buurt werden opgetrommeld om mee te genieten.
Ze adoreerden hem.
We stonden samen op die berg en hadden het goed zonder bijbehorende wapperende vitrages en bloemetjesjurken. Op slippers.

Uiteindelijk interesseerde het hem niet en liep iedereen op eieren. Mooier was het niet~ weet ik nu.
Waarschijnlijk te laat maar ik had het niet bedacht.

Noem het maar een eyeopener,
herinneringen blijven. Soms spelen ze op maar meestal niet. Al lang niet meer.
Ik observeer de wereld om me heen en zie feilloos wie vrienden zijn want eigenlijk zijn ze dat allemaal, met wat gezond verstand.
Het kan zijn dat ik iets heb opgestoken, of misschien is dit normaal en gewoon. Misschien moet je het verleden wel uitsnijden en ritueel verbranden als dat niet te veel moeite is. Of de schuld van anderen.
Ik kan het niet zo.
Gezond verstand en een soort animale intuïtie en overlevingsdrang.

De dwangmatige drang naar 'relatie' om maar niet alleen te hoeven zijn werkt zelden. Dus zet ik 'relatie' tussen aanhalingstekens.

Net als in het echte leven.

Peet - 23:20 -

20 april 2016
gewoon lief


'Ik ben geen relatiemateriaal' zei hij.

'Hoe kom je daar nou bij' vroeg ik verbaasd.
Vooruit, van mij hoefde dat ook niet zo of met hem maar in a matter of speech wilde ik morgen met hem trouwen. Ik kende hem al een jaar of vijfendertig en ik had ze minder betrouwbaar, leuk en innemend meegemaakt. Dat was dan weer mijn gave.
Dus hadden we het daar over en ik begreep hem.
'Vijfendertig jaar geleden wist ik het wel met jou, maar jij niet met mij'.
Zo stelde hij en bij nadere beschouwing snapte ik hem hier ook. Toen was hij geen relatiemateriaal voor mij, ik geloof zelfs dat mijn fantasie tot in de hemel groeide maar niet met hem erbij.

Toch vond ik zijn uitspraak wel getuigen van eerlijkheid en zelfkennis. Zelfs zo stellig dat ik het logisch achtte dat bij wet verboden zou worden om maar onophoudelijk vernielingen aan te richten terwijl een beetje gezond verstand -als dat van hem - dat al kon voorkomen.
Preventief steriliseren, hek eromheen, ik weet wel hoe het moet.
Ik neem hem serieus, ook toen hij mijn 'staat van zijn' benoemde.
Waar was ik gebleven?
Ik wist het zelf ook niet meer maar het zette een ommekeer in gang.

'Ik ben geen relatiemateriaal' zei ik tegen haar.
Ze fronste en vroeg zich hardop af hoe ik daar nou weer bijkwam.
'Er zijn ook best wel leuke mannen' zei ze.
'Weet ik' zei ik. 'Charmant, grappig, lief en ze prijzen me de spreekwoordelijke hemel in'.
Want dat doen ze dan, voor ze hun werkterrein maar weer eens verleggen.
'Vooralsnog wantrouw ik iedereen die zich uitslooft of gewoon lief is.'

Ik kreeg een time-out. Van een half jaar. Alstublieft.
Dat klonk minder erg dan een burn-out, kwam op hetzelfde neer maar voelde als een erkenning.
Erkenning werkt louterend
even niet hoeven brengt je ergens.

Op een gegeven moment kreeg ik er zelfs weer energie voor terug.
[Let op valkuil, als ik denk dat ik de wereld weer aankan – al is het voor een half uur - dan gaat prompt de zon schijnen.]
Ik kreeg signalen.
In het kader van hoor- en – wederhoor deed ik navraag. Daarbij was mij ooit gesprek dan wel uitleg beloofd en aangezien ik weer een beetje energie had was ik benieuwd.
Voor ik het wist zat ik in een korte dialoog vol 'huh' en 'weet ik niet' en 'waar heb je het precies over'.
Zo moeilijk kan het zijn om te zeggen of het goed of slecht met je gaat.
Het moet wat zijn om altijd over je schouder te moeten kijken, om dat vervolgens gewoon niet te doen want hoe lullig je leven ook is,
het slagveld achter je zou slechts afleiden van de eigen navel.

En weer werd ik overvallen door diezelfde moeheid.

Die nacht droomde ik van de oven die stuk ging, maar ook van de afwas die al gedaan was. Dat viel mee en tegen bij ontwaken.
Ik wist ook dat hij voorbij kwam in die droom, dat was leuk. Dat was even geleden.
Hij is de leukste, voor wat dat waard is maar ineens was het weer wat waard.
Het confronteerde me allemaal met een veelzijdig hier en nu.

Zo gaat dat.

Peet - 22:22 -

13 april 2016
spookrijder


'Als het vuur gedoofd is
dan komen de wolven'

Als je het leven ervaart als éénrichtingsverkeer en het je constant voor de voeten loopt
zou je ook kunnen bedenken dat jij degene bent die de verkeerde kant op gaat.
Dan kan je iedere tegenligger met lichtsignalen waarschuwen,
of het logisch vinden dat iedereen zo behulpzaam naar je knippert.
Tot het mis gaat natuurlijk.
De sufferds.
Terwijl het eigenlijk niet zo ingewikkeld is, in de term 'tegemoetkomend verkeer' zit 'tegemoetkomen' en soms betekent dat dat je moet omdraaien.
Oké, een mens kan zichzelf dan meegaand noemen maar soms is dat logisch.
Denk ik, dat denk ik.

En zo dacht ik, al bladharkend en tuigjestrainende.
Het schoot niet op maar we hadden lol en de tuin werd een stuk groter.

'De langste relaties die ik had waren die met mijn honden' zei ze.
We lachten er samen om. Een jaar of vijftien, zestien; als je twintig bent vind je dat grappig en bijna jouw mensenleven lang.

Inmiddels waren mijn langste relaties ook die met honden.
En één kat van ruim twintig jaar. Al woonden we net niet meer samen.
Maar goed, dieren sterven wat jonger dan mensen, gemiddeld is het binnen een jaar of vijftien wel 'beurd.
De band die je binnen dat tijdsbestek met een beest opdoet is onnavolgbaar, inclusief de stervensbegeleiding.
Dat is leven. Het leven. Hun leven.
Ook al overleven ze me niet, is het ook dat van mij.
De zachte poezenneusjes en de zwarte dop-neuzen dezelfde kant op gericht.
Intuïtief snappen ze dat, en dat is maar goed ook want aanleren is moeilijk.

Ik ga ervoor. Omdat het moet en omdat ik dat het beste kan.
Dieren stellen zelden teleur, meestal omdat ze opvolgen waarin je meedenkt.
Voorbeeld? Voorbeeld:
Je voert ze en ze snappen dat dat waardevoller is dan het kattenluik van de buren of een bos vol konijnen.
Gras is niet altijd groener dáár, meelopers zijn niet altijd gewenst maar samenleven is wel een som der delen, zonder te veel aftrekposten.
En dat doet me weer denken aan de belastingaangifte die nog moet.

(Ook een belasting maar ik word steeds aardiger. Niet gemakkelijker, wel leuker.)

Peet - 15:58 -

8 april 2016
hartje-hartje


doggiwa2.jpg


Energie moet je maken.
Vooruit. In mijn geval heb je daar wat medische wetenschap voor nodig
en op termijn werkt dat.
[Zal de details besparen, al ben ik er dol op, details. Heerlijk.]

Het huis ligt weer vol.
Volop- en met alles waar ik dol op ben.
Dat dat allemaal kan heeft ook te maken met de rust.
En liefde.

Dus kwamen zij vandaag.
Geloof me, ik zit al drie uur te genieten.
En te kijken. Ademloos.

Hartje hartje
zo simpel is het: ik ben ontroerd door hen.
Ontroering is een leuke emotie.


Peet - 2:43 -

3 april 2016
de waarheid?


Vandaag herinnerde ik me een uitspraak van honderd jaar geleden. Op een niet nader te benoemen werkplek.
'Dat heet niet liegen. Dat heet creatief omgaan met de waarheid'.
En we lachten om die onwerkelijke domheid.

Vandaag huilde ik er om. Ineens. Zomaar in de zon.
Terwijl ik me uitzonderlijk vermaakte met wasjes, supermarkt, hond-in-het-bos, afwas, spreekbeurten,
De tranen liepen over mijn inmiddels iets minder ingevallen wangen. De tijd dat ik het profiel van Willeke van Ammelrooy met schoonheid associeerde lag ver achter me. Ik weet inmiddels hoe ingewikkeld het is om er een paar ons bij te krijgen.
'Je wordt wat voller in je gezicht' beklapzoen ik. Vijf ons.

Maar liegen. Het wil er niet in en erger nog, ik snap niet waarom.
Waarom?
Waarheid is waarheid.

Zelfs als dat niet die van mij is.


(waarheid)

Peet - 20:59 -

1 april 2016
matglas


Vandaag is het één april.
Gelukkig zitten mijn veters, indien aanwezig, altijd los.
Kikker in je bil, zeggen ze dan.

Dat heb ik nooit begrepen, dat van die kikker, maar ik val vast in herhaling als ik stel dat ik wel meer niet snap. Logisch.
Tegenwoordig denk ik zelfs dat ik steeds minder snap of begrijp.
En vervolgens weer steeds meer want een mens blijft denken. Tot het klaar is.
Dat heet dan 'de kern'.

De afgelopen week was er weer zo één met veel matglas. Van dat glas waar je matig doorheen kunt kijken en alleen maar contouren ziet. De rest vul je in, naar eigen believen en welbevinden.
Soms zie je mensen zo wazig en mat en blijkt de invulling die je erbij bedacht ook een vage schim.
Een buitenstaander die nooit invulling vond, want die invulling gaf jij.
Kan je zo iemand aanrekenen wat hij [of zij, dat kan ook denk ik] aan deed en doet?
Ja natuurlijk kan dat.
Zolang je maar niet de illusie hebt dat persoon in kwestie het er mee eens is.

In de hulpverlening bestaat 'zelfreflectie' en ik heb niks tegen hulpverleners maar ze hebben vaak een wassen neus.
Wat heb je aan 'zelfreflectie' als je dat loskoppelt en je vervolgens als een lachspiegel op iedereen buiten jezelf projecteert.
Sommige mensen denken dat ze onzichtbaar zijn, geloof ik. Die weten het verschil tussen transparant en doorzichtig niet.
Ik vraag het vaak: 'zie of zag ik dat nou verkeerd'?
Soms omdat ik het echt niet weet, soms omdat ik het zeker weet maar twijfel over mijn eigen beoordelingsvermogen.
Dat kan over mezelf gaan of over die contouren achter matglas.
Vanuit de schim achter het matglas krijg je nooit een antwoord, op zijn hoogst een mening.
Soms niet eens.

'Aardige vent' zei de man in de supermarkt vanavond. 'Jazeker' zei ik.
'Maar ik had geen relatie met hem', voegde hij wijselijk toe.
Ik ook niet, dacht ik.

Als het gaat om relaties heb ik een boeiend CV. Het is leuk om te constateren dat sommige relaties eeuwigheidswaarde hebben. Grote liefdes blijven maar je hoeft en kunt nou eenmaal niet met iedereen maar blijven samenleven. Ik wel. Zij niet en zie daar de grote gemeenste deler.
Zij die enig inzicht verwierven zeiden oprecht 'sorry' en soms is dat genoeg om in contact te blijven. Gelukkig.

Nog wat later praatte ik met het kind en hij vertelde.
Hij was achterbaks, had ongelijk en het ging erg slecht met hem en ons.
Lust u nog peultjes?

'Maar waar was dat op gebaseerd?' vroeg ik en dat wist hij niet. 'Het ging het ene oor in en het andere uit', huilde hij.
Het zijn momenten dat van alles overeind gaat staan, gezond verstand maar vooral je nekharen.
Hij wilde een gesprek en hij kreeg wat vastgestelde meningen.
'En toch is met praten en vragen niets mis' zei ik naar eigen waarheid en welbevinden.

Hij knikte, gedeeltelijk gerustgesteld.
Want soms is dat een lange weg
en geen grapje.

Peet - 8:18 -