28 november 2015
pijnpuntjes


Ik kreeg een cadeautje terwijl ik niet jarig was.
Dat ben ik niet gewend.
Eigenlijk dacht ik dan ook dat de tip het cadeautje was.
En zoals het vaker gaat met tips, raad en dat soort goede bedoelingen: er bestaan periodes dat je er zo mee overvoerd raakt dat er vervolgens helemaal niets gebeurt.
Bovendien pretendeer ik natuurlijk dat ik zelf ook wel weet wat goed is. Meestal.
Dit was nou een voorbeeld van wat heel goed goed zou kunnen zijn, net als de sauna, acupunctuur en het hiernamaals bijvoorbeeld maar niet binnen mijn oplossingsgerichtheid en denkvermogen.
Praktisch.
En vooral down to earth, want denk maar niet dat ik.
Dus werd het voortouw genomen en kreeg ik drie dagen later een vraag: wanneer kun je, donderdag of vrijdag.
Dat was slim. Geef me een keuze en ik kies.
On- of willekeurig dacht ik natuurlijk 'Moet Dat Nou Al Deze Week' want zo ben ik dan ook wel weer en vervolgens dacht ik 'what the heck, doe maar vrijdag'.

En het werd vrijdag.
Op zich knap hoe ik me voor een afspraak op dat tijdstip nog weet te verslapen maar ik kwam er en zij overwon.

Geloof me, ik geloof het wel met al die meridianen.
Ik hoorde alles, een hond in de verte en de wind om het huis.
Mijn gedachten schoten van links naar rechts terwijl ik in de meest onmogelijke houdingen werd gelegd. Ergens was ik trots op die pijnloze lenigheid, anderzijds was er continu de behoefte tot het geven van tegengas.
Ik wist niet eens dat ik zoveel wervels had kan ik u melden.
'Ben je een beetje verliefd' vroeg ze terwijl ze me het gevoel gaf dat mijn ribbenkast ineens weer uit ribben bestond. 'Nah', pruttelde ik.
Ze vroeg meer. Zei meer. Van die dingen waarvan ik dacht: dat kun jij helemaal niet weten,
dat weet ik zelf amper.

Loslaten. Alles. Shiatsu.
Dat duurde twee uur, toen werd ik door slaap overmand.
Het zou de ontspanning zijn die een uiteindelijk doel was, dat doel werd bereikt en
we dronken natuurlijk thee natuurlijk.
'Je staat er anders bij' zei ze na afloop tevreden.
'Je moet straks gaan slapen' zei ze ook.
'Ja duhuh', dacht ik. Dat kan niet, ik heb een schema en in dat schema wordt niet geslapen voorlopig.

'Je ogen twinkelen weer' zei de gulle geefster later, toen ik haar als dank een bos rozen overhandigde.
En voor het eerst in maanden sliep ik.
Voor middernacht.

Peet - 22:49 -

26 november 2015
wat er... water


Okee, okee, ik vond het wel een grappig idee.
Vanuit een bepaalde vorm van zelfspot gedacht natuurlijk want niets is zo lachwekkend als de menselijke geest.
Niets is zo leuk als wakker worden en meteen * pling * bevangen worden door de warme wetenschap dat er iets leuk is. Of dat er iets leuks is
met het bijbehorend verlangen, dat verder ook alleen op het eigen universum gebaseerd is en tot zover gaat het goed.

Tot de angst en het zeker weten toeslaat.
Want, zo spreek ik mezelf dan bevoogdend toe: 'weet je nog van die hartverscheurende pijn, de onmogelijkheid van de wens en het verlangen naar rust en regelmaat'.
En dat weet ik dan nog wel.
Maar goed, je kunt je niet vierentwintig uur per dag onder een dekbed verstoppen omdat dat nou eenmaal zelfs een winterslaap overstijgt. Zelfs niet als je weet op welke plaats dichtbij de beukennootjes verstopt liggen omdat je ook heus wel weer eens wakker wil worden.
Ik blijf een kreeft die in het water en op het land kan, dus veel en vaak toegeeft aan de rest van het sterrenstelsel en ondertussen alles van links, rechts, voor en achter bekijkt.
Uiteraard vanuit een positieve draai want man-oh-man, wat moet je met alles dat zodanig tot de lippen stijgt dat je je ineens weer herinnert dat je in een vorig leven ook al verdronken was.

[Noot: dat is intuïtie. Er moet een reden zijn dat ik, ondanks dat kreeft-gedoe een hekel heb aan veel water op een rij. Al vind ik de logica terug als het water kookt, want dat is ook voor kreeften nog best gevaarlijk. Enzovoort.]

Dus soms ben ik net als de spreekwoordelijke boer,
die voelt ook pas nattigheid als de klomp'n overstroom'n.
Net te laat, zeg maar.

Dan wil je eigenlijk alleen maar droge sokken.
Niets zo vervelend als natte sokken, uiteindelijk.
Dus.

[Enzovoort]

Peet - 21:54 -

23 november 2015
slimme plek


Mijn huis puilt uit van de Slimme Plekjes.
Zoals elk huis waarschijnlijk, want je kunt nou eenmaal niet alles op tafel laten liggen.
Sleutels, pasjes en belangrijke post leg ik op Slimme Plekjes die zo slim bedacht zijn dat ze niet zomaar terug te vinden zijn, behalve na lang zoeken.
Een beetje geheugen wil helpen, maar om kort te gaan zocht ik het afgelopen half jaar naar alles,
zelfs op minder slimme plekken realiseer ik me.
Autosleutels in een vestzak laten zitten omdat dat handig lijkt is een stuk minder handig wanneer het vest inclusief sleutels in de wasmachine verdween en je dat bij elkaar verzonnen krijgt als je dringend de deur uit moet, met auto, terwijl het wasprogramma nog drie kwartier moet.
Ja natuurlijk moest er op een andere Slimme Plek wel een setje reservesleutels liggen maar die bedenk je niet als je al trots bent op je eerste brainwave.

Zo gaat het wel vaker, al was ik meestal wel degene die dat logisch denken voor een aantal personen best aankon. Natuurlijk ligt je mobieltje in het fonteintje op het toilet, de nagelknipper links op het aanrecht in het handige-dingen-bakje en die toets in een blauwe plastic tas op de zoldertrap. Meest gestelde bijbehorende vraag: 'waar heb je het het laatst gebruikt cq gezien'.
Ik blijf een vrouw.

Het afgelopen half jaar werkte dat niet zo, of eigenlijk helemaal niet.
Bij alles wat een mens zoal kwijt kan raken, was ik mezelf kwijtgeraakt en denk maar niet dat er iemand was die me kon vertellen op welke Slimme Plek ik gebleven was.
Waarschijnlijk vond ik ook dat ik daar al gezocht had, want eigenwijsheid raak je minder snel kwijt dan iets anders en 'zelf doen' is zo een credo dat ontstaat op erg jonge leeftijd.
Ik blijf een vrouw.

Ergens in de afgelopen weken vond ik iets belangrijks terug. Het heet gevoel.
Dat had ik niet op een heel Slimme Plek neergelegd, maar gewoon even uitgeschakeld of misschien verward met zelfbescherming.
Een tijdje geleden liep ik door de poortjes van een winkelbedrijf en alle alarmbellen gingen af.
Ik geloof dat ik met het voltallige winkelpersoneel twintig minuten bezig was om te ontleden wat het alarm veroorzaakte en uiteindelijk kwamen we niet verder dan een treinkaartje van de NS dat zichzelf weer spontaan had opgeladen.
Je moet het even weten maar waarschijnlijk werkt het ook zo met gevoel dat is opgebruikt, het laadt weer op.
Daar was het leven weer en zelfs de liefde.
[Ik blijf wel een vrouw.]
Dat wil zeggen, het bijbehorend gevoel want ik heb er niet al te veel tijd voor, over.
Het voelde wel warm en aangenaam, ik heb het hartgrondig vervloekt en met wat zelfspot afgedaan.
'Je bent geen achttien meer weetuwel', en dat soort krachttermen.
Al doende leert men van alles en zelfs een slightly obsessed woman heeft waarempel principes en beperkingen.
Ik bedacht dat ik alles waar ik een half leven niet overdreven veel weet van had nog best een half leven vol kan houden, al mag bewaren wel.

Op een Slimme Plek.

Peet - 11:18 -

20 november 2015
lief

Het waren lastige gesprekken. Niet omdat het eindresultaat er op dit moment zoveel toe deed, meer omdat ik bang was dat ik zou gaan huilen.
Dat viel nogal mee ondanks de moeheid.
Ik sliep niet deze week.
En dat is nou altijd als je denkt dat alles, ja alles in rustiger vaarwater is gekomen. Dan gebeuren de dingen die je in het hart treffen.
Baas boven baas.

'Of was het die hyena, die jakhals~ die wacht tot ik neerval' jengelde door mijn hoofd.
Niet eens persoonlijk bedoeld of misschien ook wel, daar ben ik nog niet helemaal uit.

Het zijn nare ziektes die hard terug komen- en slaan. Kinderziektes, grote-mensen-ziektes, ze hakken erin omdat ze te dichtbij komen.
Dichterbij dan Parijs, per definitie dichterbij dan iedereen die elkaar iets aandoet, ik kan relativeren als de beste met als basis mijn veilige haven en zekerheden.
Het zijn de momenten dat ik me afvraag of mijn leven nog wel van mij is, of mijn stoelpoten te wankel.
Misschien het resultaat van vijftien jaar van roeien met de riemen die te kort waren, of het water te wild.

Hopla.
Mensen die zichzelf willen opblazen moeten dat vooral doen, maar dan wel op een grote stille heide ofzo.
Mensen die slachtpartijen aan willen- en richten moeten dat laten.

Eigenlijk is het principe vrij simpel, veel sneuer kan ik het niet brengen.

'Je hebt me, lief'

Peet - 0:10 -

19 november 2015
negentien november tweeduizendéén

merlijnbaby3.jpg
Peet - 0:43 -

15 november 2015
wie a zegt, zegt b.

'..., en dan koop jij even een cadeautje'.

Allez.
In het algemeen koop ik wel even een cadeautje, in dit geval speelden wel wat andere zaken een rol.
Het ging om een huwelijk. Het ging om B.
B. was een zanger, B. was zelfs in mijn leven nog een grootheid.
Wat koop je voor B. en zijn bijna-vrouw-A.?

B. was een cd aan het opnemen met mijn toenmalige lief. Laatstgenoemde had uiteraard helemaal geen tijd om huwelijkscadeautjes te kopen en zo moeilijk kon het toch ook niet zijn.
Ik dacht aan de elpee van B. Het was 1980 en ik was onder de indruk, het was de tijd dat je nog eens iets grijs kon draaien. Er was een lied en dat ging over iemand die ik kende, vond ik en
voor zover ik begreep luister je dan anders. Het ging over iemand die ik niet begreep, die B. niet begreep. Iemand die eigenlijk onbegrijpbaar en ongrijpbaar was. 'Tip van de Sluier'.
Mooi geformuleerd en om te huilen vond ik, ik was veertien.

En nu moest ik een cadeautje.
Ik draalde en draaide in de favoriete cadeauwinkel.
Uiteindelijk kocht ik een wekker in de vorm van een hart. Loodzwaar maar van een respectabel designmerk.
We verwachtten een enorme bruiloft maar niets was minder waar.
Het was voor intimi en daar hoorden wij zomaar bij.
We spraken de tekstschrijver die eerder getrouwd was met A.
'Ze blijft zo wel in de familie', zei hij.
En we babbelden met een zoon over dit huwelijk van zijn vader: 'Ik hoop dat het hem nu een keer lukt', sprak die praktisch.
We kregen een handgeschreven ansichtkaart van de zanger, met dank voor het hart, 'al is het zwaar genoeg om in slechte tijden naar elkaars hoofd te gooien.'
[20 jaar geleden, alstublieft]

Jaren later zag ik een documentaire over de zanger. Hij zat naast een pickup en draaide platen. Naast de pickup stond het zware hart te tikken, op de juiste tijd.
Vandaag zag ik B., On National TV: de zanger met zonen.
Tweeduizendvijftien en de wereld in brand.

'Het zijn allemaal maar cirkels, zonder einde of begin' zong een andere zanger.

Het is fijn. Dat er liedjes zijn.

Tip van de Sluier

Peet - 21:39 -

12 november 2015
mens!

Gefrustreerd zijn mag niet: dat is namelijk een teken van zwakte.
Ineens vroeg ik me af of dat nou eigenlijk wel zo is en zocht de letterlijke betekenissen van 'frustratie' en 'gefrustreerd zijn' op.
Zoals ik al vermoedde zijn dat verschillende disciplines.

Uit frustratie beschadig je iemand anders.
En dat de ander daar gefrustreerd van raakt lijkt me eigenlijk vrij legitiem.
In communicatie kun je jezelf echter heel grappig voordoen terwijl je rücksichtloos dan wel niet grappig te werk gaat en zo kan je jezelf en de wereld behoorlijk voor de gek houden, is me gebleken.
Voor zo lang het duurt natuurlijk want een mens viert niet eeuwig feest.
Die repeterende blijheid en het grote geluk ventileren heeft soms een paar grensjes uiteindelijk,
je kunt er in meegaan maar mijn argusogen zagen en zien het schip terecht stranden.
Noem het zwartgallig of doemdenkerig, want dat vond ik zelf ook.

Van sommig gelijk raakt een mens gefrustreerd, zo werkt dat en dat ligt niet altijd aan een ander. Dat ligt ook aan je eigen gelijk en intuïtie versus je vertrouwen.
Daar word je boos van dus dat gaat over als je het begrijpt.

Ineens moest ik denken aan een cafébezoek met C.
Ik had haar namelijk wijsgemaakt dat dát de manier was om nieuwe contacten op te doen.
Het eerste manspersoontje dat haar benaderde had als openingszin 'Ik Ben Een Spelletje'.
Het slachtoffer in dezen was niet verknipt genoeg om hier een uitdaging in te zien maar het was in ieder geval duidelijk.
'Daag, spelletje', zei ze en we waren vroeg thuis.

Je kunt er van alles van vinden maar het leven is soms meer,
en niet altijd een gezelschapsspel.

mens!.jpg
Peet - 15:46 -

10 november 2015
heden heden

Het is een lastig dingetje om een mening over te hebben, realiseerde ik me vandaag.
Voor je het weet word ik boos en dan wordt een mens wat ongenuanceerd.

'Hoe kan het nou dat jij steeds tegen zo een man aanloopt', vroeg een vriendin zich hoofdschuddend af.
Het was een wonder dat ik het opving want ik zat zelf ook nogal hartstochtelijk met mijn hoofd te schudden.
'Met dit type persoonlijkheid zie je dat gewoon niet meteen', sprak een andere know-how wijs.
En daar zit wat in. Het duurt even en gezien mijn gevoel van onvoorwaardelijkheid was ik ook ditmaal onterecht in vertrouwen.
Dat zie je pas achteraf. Als alles en iedereen langzaam geëlimineerd is en je bedenkt dat dat voornamelijk mensen waren die succes hebben.

Ik ben al heel lang moe.
Dat mocht ik niet zomaar zijn. Hoe kan je als buitenstaander van andermans leven immers zomaar vinden dat IK, dus DE ANDER haar leven even niet zo leuk vond.
Erger nog, ik realiseerde me een slijtageslag, wist op dat moment maar gedeeltelijk waarom.
'Mijn leven voelt als overleven' zei ik.
Dat was bespottelijk, ook weer, maar ik deed het.

Ik houd van andermans succes, maar dat is niet vanzelfsprekend. En dat laatste vond en vind ik voornamelijk van andermans succes: het is niet vanzelfsprekend. Respect.
'Jij leeft in het verleden', zei hij. 'Je bent blijven hangen in een tijd die...
Zeg het maar. Wat voor tijd?
Ik weet niet beter dan dat ik in het heden leef, met alle dingetjes die erbij komen kijken.
Daar liggen ook de struikelblokken die ik blijkbaar aantrek als waren ze wespen en was ik de appeltaart.
Steeds meer realiseer ik me dat ik een product ben van mijn verleden en van dat verleden. Ik kan me niet eens voorstellen dat ik elk eindje had moeten afbreken en afbranden.
Iedereen die tot hier met me meeliep loopt nog steeds mee,
slechts wat volledig onbetrouwbaar en onberekenbaar was verdween.
Grootdeels vrijwillig, alsof verleden niet eens bestond.

Het ruimt op en voelt bevrijdend, zo moet ik het maar zien.
En dat valt niet mee. Tegen beter weten in wil ik blijven geloven dat iemand het goed bedoelde en bedoelt.
Ik wil het zien en ik zie het maar niet.
Ik zag nog slechts een opportunistisch, empathieloos en zielig dingetje.
Niet eens een klootzak.
'Want die heeft ballen'.

Dat had ik natuurlijk niet mogen zeggen want dat is niet aardig.

Peet - 22:09 -

2 november 2015
cynisch

'De toon, de ondertoon, het cynisme', zei hij.

'Nounou, zo cynisch is het toch niet' vroeg ik me onbeholpen af terwijl ik de productie bekeek. In de kantlijn zag ik allerlei woorden met een 'B' dus 'C'ynisme paste daar al niet tussen.

Cynisme is een naar woord. Het ruikt naar frustratie.
Terwijl ik dat tot me door liet dringen vond ik het eigenlijk wel terecht. Waarom zou je over bepaalde zaken niet cynisch, verbitterd of gefrustreerd mogen zijn,
al was het maar over het ontnemen van de kans op woede.

En dat is vrij praktisch gedacht.
Wanneer je iemand de kans op boosheid ontneemt omdat je die niet aankan of het eigenlijk zelf ook wel weet dan krijg je dat.
Bij alles wat de ander zegt of doet zul je dan een bevestiging van je zelf verzonnen gelijk vinden.
'Wat ze nou toch weer zegt'.

Het is de ultieme manier om van jezelf een buitenstaander te maken.

Laat mij maar met cynisme en frustraties zitten. Ze zullen wel slijten maar ik neem ze mee.
Om eerlijk te zijn heb ik de afgelopen maanden en vooral weken mijn gevoel voor humor teruggevonden.

Soms heb je daar een bak ellende voor nodig blijkbaar.

Peet - 22:46 -

1 november 2015
vanzelfsprekend

'Weet je wat ik het leukste vond aan kinderen krijgen?' vroeg ze.
Om eerlijk te zijn had ik geen idee, al was dat ook niet de reden dat ze me de vraag voorlegde. Het betekende dat ze zelf wist waarom en dat graag wilde delen.

'Het leukste vond ik dat ikzelf niet meer op de eerste plaats kwam maar dat dat een plekje opschoof.'

En dat begreep ik. Of dat nou het leukste was weet ik niet precies,
ik weet nog wel dat mijn moeder destijds zei: 'als ze er één keer zijn dan kun je je niet meer voorstellen dat ze er niet zouden zijn geweest.'
Ook daar zit wat in,
al kon ik me na vijfendertig jaar zonder nog levendig voorstellen hoe kinderlijk eenvoudig het leven was toen ze er niet waren.
Een mannelijke vriend vatte het leuk samen. 'Dat je ineens beseft dat je daadwerkelijk ergens voor moet zorgen want als je het in een hoekje van de kamer neerlegt en niet meer naar omkijkt dan gaat het dood.'

Vrouwen hebben het in die zin gemakkelijker, met het aanzwellen van de hormonen groeit de zorgplicht. Ik zie me een paar dagen na de geboorte nog op de bank zitten, met Een Zoon strak tegen me aangeklemd en ik wist dat ik de rest van mijn leven zo kon blijven zitten als dat nodig was.
Dat was niet nodig en het leven ging door.
Soms vergeet je dan dat je zelf ook nog bestaat.
In die zin kan je van de meeste mannen nog wel wat leren want die blijven altijd het middelpunt van hun eigen universum. Ik heb er met mijn neus bovenop gestaan en die vaardigheid nooit ontdekt of willen ontdekken.
Het is wonderlijk hoe moeders in hun ideale zoon toch de Ideale Vader blijven zien.
Beetje realiteitsbesef kan in die zin geen kwaad, mannen blijven niet tot op te hoge leeftijd prinsjes.
Er bestaan mannen die niet in staat raken voor zichzelf te zorgen maar daar altijd een moeder voor nodig zullen hebben. En dan maakt het niet uit welke, zolang het maar éénrichtingsverkeer blijft en er slechts onthecht hoeft te worden voor zover er al sprake was van enige vorm van hechting.
Sommige mensen hechten zich niet aan zichzelf, laat staan aan een mens of dier.
'Kun jij iets bedenken dat hij deed zonder dat er eigenbelang aan ten grondslag lag?' vroeg ik vertwijfeld aan een gesprekspartner. Misschien zag ik immers iets belangrijks over het hoofd.
'Gewoon een barmhartige actie, zonder dat er iets gevraagd werd.'
'Dat zat er niet in, dat zit er niet in' was het antwoord en bevestigde mijn onnozelheid in dezen.
Ik neem het mezelf kwalijk.
'Kokmeeuwengedrag' noemde een vriend het, wat zoveel wil zeggen als 'binnenvliegen, de boel onder schijten en weer verder trekken'.

En zo raak ik ontward, ontwar ik.
Vagebonden vallen op mij, ik viel op een vagebond. Die liet ik toe in mijn leven in de hoop en veronderstelling dat iedereen op zoek is naar rust en vagebondgenootschap.
En dat is niet zo.
Terwijl ik me dit realiseer wil ik mijn vertrouwen in de mens- cq manheid niet volledig verliezen.
Er is niets mis met eerlijkheid, oprechtheid en verwantschap.

Dat wil ik mijn kinderen meegeven.
En ook mijn katten.
En de hond.
En bovenal mezelf.

Niets is vanzelfsprekend, zoveel is vanzelfsprekend.

Peet - 22:00 -