“Women know how to fake orgasm. Men know how to fake an entire relationship.” ~ Sharon Stone
Het was een woord met een 'M' en ondanks dat ik de omschrijving begreep vergat ik het steeds.
Donker en doods was het, het dekte een lading.
Ik dacht terug aan zwartgalligheid. Aan zwaarmoedig gebazel over van alles en niets.
Riep ik het op?
Soms denk ik het. Zoveel ellende kan niet in één persoon zitten.
Maar goed, als je van jezelf weet dat je niet altijd het huppelend zonnetje in huis kunt zijn wil dat niet zeggen dat je elk lijk tot in detail beschreven hoeft. Laat staan elk mankement, elke onthoofding of elke vluchteling, genoeg kan ook teveel zijn.
Mijn dingetjes waren nooit zo groot. Nooit zo groot als het eindeloos lijden.
Ik lijd niet eindeloos namelijk.
Soms even.
En dan helpt een glas wijn. Of een fles. Maar op het moment dat de splinter was verwijderd, was een verdoving niet meer nodig.
Ik heb me zo vaak afgevraagd wat er mis was dat ik er misselijk van werd. Kokhalzend ging ik door het leven. Blij zijn met de ultieme oplossing is één, wat er precies gebeurd is is iets anders.
Het vervolg is gezwets.
Samengevat leefde ik met iemand die eenzaamheid tot cultus verheven had maar helaas niet alleen kon zijn.
Of wilde zijn.
Dat vreet.
Ik was leuker dan mijn voorgangsters die stuk voor stuk niet mis waren, en leuker dan hun voorgangsters. Daar deed ik veel voor.
Tsjonge wat was ik leuk en wat liet ik me dat welgevallen.
Pas achteraf zag ik dat er niets terug kwam en dat het middelpunt van de aarde steeds verder buiten een gezamenlijk epicentrum raakte.
Wat ik doe om niet gek te worden was mezelf er van overtuigen dat ik niet gek was geworden.
En naast alles wat moet gebeuren ga ik dan snoeien, verven, schuren, behangen omdat dat niet alleen verfrist en opruimt maar ook zo heerlijk de zinnen verzet.
Hopla, en nog een vierkante meter.
Het leven alleen.
Alleen voor mij en voor ons alleen, het geeft niet alleen de ruimte om eindeloos ins blaue hinein te denken maar het geeft ook nog resultaat dat het leven leuker maakt.
En iemand moet het doen.
In alle opruim- en woede kwam ik een boek tegen waarvan de titel me onwillekeurig deed glimlachen. Ik kreeg het ooit toebedeeld door Mijn Psychotherapeute.
Ik had een psychotherapeute in 1995 en in 2008. Om er voor te zorgen dat ik niet gek werd en omdat ik dacht dat ik er ook nog voor had moeten zorgen dat ik niet zo verschrikkelijk belazerd werd.
'Als hij maar gelukkig is', Robin Norwood, heerlijk Amerikaans maar daar ging het niet om, het ging om de essentie.
Hij wist het. En gebruikte alles wat hij wist tegen me, want alle ellende in de wereld lag uiteraard aan mij en hij had 'recht op geluk' in zijn houtje-touwtjebestaan.
Het voorgaande bestond niet meer, de vervangingsaanschaf was gedaan en ik was overbodig.
Zo ging het, zo gaat het.
Wat hij nou eigenlijk al die jaren kwam doen wordt me steeds minder duidelijk, nog slechts één opportunistische leugen zie ik.
'Morbide' was het woord, morbide bleek de mens.
Dat was de mens.
Koffie én veel cake na afloop.
Sweet nothings.
Even was ik onzichtbaar.
Tenminste, dat denk ik.
Of er stond op mijn voorhoofd 'loop maar over me heen', in onzichtbare inkt want het was mij zelve even ontgaan.
Geen afspraak die door ging, geen hond – op één na - die er aan dacht om dat even op tijd, Op Tijd te laten weten, kortom: ik vereenzaamde binnen twee dagen.
Maar dat vond ik zelf en dat vond ik toen want soms is zelfmedelijden de beste drijfveer.
Soit. Ook die dagen hebben bestaansrecht.
Het zal zijn dat ik wat in te halen heb, sociaal wezen dat ik was.
En ik zag vrouwen. Veel vrouwen.
Stuk voor stuk had ik ze een tijd niet gezien, zo gaat dat soms of zo ging dat.
En ik genoot van ze, stuk voor stuk.
We aten, dronken of gingen op pad en steeds dacht ik achteraf: waar was je al die jaren.
Dat kan komen door drukte, ander leven, geografische afstand of omdat het er even niet van kwam.
Maar met allemaal lag er een basis die meteen weer opengebroken kon worden.
Mijn verhaal vond ik inmiddels niet meer interessant dus ik liet me vooral bijpraten over Tinder, Relatieplanet-achtigen die op hetzelfde neerkwamen en over de geneugten van de eeuwigdurende monogame relatie. Met alle drie heb ik geen ervaring, alleen de laatste leek me wel wat hebben maar een beetje realisme kan geen kwaad.
En ik zag mannen. Veel mannen.
Stuk voor stuk had ik ze een tijd niet gezien, zo gaat dat soms of zo ging dat.
En ik genoot van ze stuk voor stuk.
En dat is soms ingewikkeld. Waar vrouwen je het liefst de jungle van vrijblijvend vermaak in jagen vinden mannen je soms de leukste. En elkaar dan natuurlijk weer niet.
Om eerlijk te zijn, ik ben er niet mee bezig. Ik omschreef mezelf als een diepvries, gereserveerd en bang voor weer een desillusie. Ik geef toe, dat had een jaar of wat eerder gemogen maar dat was niet zo.
Dus ik had afspraken en blind waren ze niet, die dates. Welnee, geschiedenissen van meer dan dertig jaar ten grondslag want dat zijn de veiligste.
Op één na. Bij één dacht ik ineens: 'hmmm, oh, ja, goh' en daar schrok ik van.
Want als ik zoiets denk dan blijf ik dat denken, tegen beter weten in, dat helpt namelijk niet want er is altijd best na beter weten. Dan kan je honderd keer denken van 'been there, done that' maar het is een aangename kriebel.
En als ik ergens niet op zat te wachten was het zo een aangename kriebel, want als ik iets niet vertrouw aan mezelf dan zijn het die dingen.
'Je woont wel ver weg, en.., en... en …' , zei hij.
Waarop ik zei: 'Ja! Maar! Jij wil geen verkering, ik wil geen verkering dus dat kunnen we dan maar het best niet met elkaar hebben. Ideaal!'
Nou. En toen vond hij mij een schatje en waren we daar ook weer klaar mee.
Zo gaat dat. Tegenwoordig.