23 augustus 2010
kansberekening

Ik kreeg een uitnodiging voor de uitreiking van de Gouden Notekraker, vanavond in Paradiso te Amsterdam.
Supportersvereniging Ten Damme vond dat een leuk idee.

Dan nu het dilemma en de bijbehorende kansberekening:
ik ben nu al in alle staten, a pain in the ass én ik vrees dat Alain Clark wint.
Die zal ik dan heel hard moeten slaan.
Of Stef Bos wint. Die heeft nu al van die blauwe ogen.
Dat komt niet goed.

De kans is vrij groot dat ik de nacht zal moeten doorbrengen in een celletje in de Warmoesstraat.
Ja, en dát kan dus niet he.

Moet morgen namelijk gewoon werken.

*****************

update:

She won! Dat had nog best een leuke polonaise kunnen worden in de Warmoesstraat.

ellen.jpg

[foto ANP]

AMSTERDAM - Ellen ten Damme en Jon van Eerd hebben vanavond de Gouden Notekraker 2010 uitgereikt gekregen. De muzikanten- en acteursprijs wordt ieder jaar uitgereikt aan de artiesten die de meeste indruk hebben gemaakt op hun collega's.
Peet - 12:59 - al 2 meningen

20 augustus 2010
echte kauwboys


... doen het met marshmallows !


marshmallows 2.jpg

Peet - 23:37 - al 2 meningen

15 augustus 2010
zij van Ten Damme

Ik moet nog zoveel leren

Of bijvoorbeeld: ‘Ik hoop dat het slecht met je gaat’ Dat betekent natuurlijk ‘Kom bij me terug, omdat ik zo dol op je ben'... maar dat zou dan weer heel suf zijn!

Enige tijd geleden werd ik opgeschrikt door een nieuwe Nederlandstalige cd.
Dat was haar schuld, laten we dat even duidelijk aftimmeren.
Zij citeerde en promootte naar hartenlust en bij gelegenheid stopte haar wederhelft de bijbehorende cd hier in de speler.

Nou ben ik erg van de Nederlandstalige popmuziek maar toch was ik verrast. Blij verrast, want ik vind best snel iets acceptabel maar minstens zo vaak ook niet.
En eerlijk is eerlijk: Ellen ten Damme kende ik vooral van haar Engelstalige materie.
Ook leuk, want Ellen ten Damme is geloof ik per definitie wel leuk.

'Durf jij?'

Voor deze cd omarmde ze dichter Ilja Leonard Pfeijffer.
Een gouden greep en een gouden combinatie.
Het is me een raadsel hoe Ilja Leonard Pfeijffer zo een meisjes-cd bij elkaar heeft kunnen schrijven, misschien is het geheim dat mannen eigenlijk net zo denken.
En als ik iets leuk vind dan mag iedereen dat weten ook.
Of moet iedereen dat weten, zonder excuus voor mijn doelgerichte spam.

Dus. Nu even het volgende.
Zij van Ten Damme is genomineerd en wel voor een Gouden Notekraker.
Dat de hedendaagse spelling aan de prijs voorbij is gegaan nemen we maar voor lief. Slacht een draakje, kraak die noot!

Stemmen kan hier, klik.
En doe mij een plezier,
Stef Bos is ook een aardige jongen, weet ik wel.
Maar Ellen ten Damme verdient de hoofdprijs.

Vanwege ‘Durf Jij?’!.

Ik hoop dat het slecht met je gaat
Peet - 20:33 - al 4 meningen

15 augustus 2010
sehnsucht

"Echte mannen eten geen honing, die kauwen op bijen"
©[Loesje]

Ik kwam M. tegen in de supermarkt en feliciteerde haar.
‘Hee, wat goed’, zei ze.
Daar moest ik haar gelijk in geven, in de gloria.

Even later dronken we koffie. Zonder taart.
‘Waar was je deze week?’, informeerde ik.
‘Oh, ik was depressief’, zei ze monter.
‘Jee, ik ook’, grinnikte ik minstens zo opgewekt.
‘Hadden we dat maar van elkaar geweten’.
‘Eigenlijk was ik niet depressief’, zei ik toen
‘eigenlijk was ik gewoon chagrijnig en verdrietig’.
‘Oh ja, ik ook’, zei M.
Ik vertelde haar hoe duidelijk ik de wereld tot een paar maanden geleden voor ogen had. Mijn wereld.
Niet op zoek naar de in- of opvulling die zich toch stelselmatig aandiende. 'Het spijt me, sorry, het is niet anders' zei ik dan, want eigenlijk op zoek naar niets.
En dan nu de verbazing over hoe ik deze man onder mijn huid had laten kruipen, met daarbij opgeteld de tintelende euforie en de schrijnende pijn die zulks veroorzaakt.

We vroegen ons hardop af hoe het mogelijk is zo af te dwalen.
Om een gevolg te zijn en geen oorzaak
We kwamen op de wisselwerking tussen haast en geduld, vertrouwen en wantrouwen. En de onvoorwaardelijke overgave aan de hoop op een goede afloop. Want al is elke afloop goed, de weg ernaartoe is meestal ondoorgrondelijk en vaak te lang.

Even dacht ik terug aan het moment waarop ik niet meer bestond.
Zou het bijna zelf gaan geloven, behalve dat ikzelf nog steeds besta.
Daar hoef ik niet eens voor in mijn arm te knijpen.
In een vlaag van zakelijke dienstverlening aan mezelf worstelde ik door duizenden berichten heen, overdrijven kan ik wel eens maar is in dit geval niet nodig.
Ik zag het weer allemaal: het verlangen, de hoop, de twijfel, de angst
en plots vond ik het allemaal een stuk begrijpelijker.
Oorzaak en gevolg, schuld en boete.
‘Ik houd van de man die hij wil zijn, niet van de man die zich nu laat zien.. ik bedoel: niet laat zien’ zei ik.
Dus hoe moest ik houden van de vrouw die ik zo ineens werd?
Het onlogische leek ineens weer logisch.
En begreep ik ineens weer hoe ik in deze wonderlijke constructie verzeild
was geraakt of belangrijker nog: waarom ik hierin was blijven hangen
~ het verlangen naar de man die ik van dichtbij en ver weg wist.

‘Iedereen wil iemand worden, misschien wordt hij dat wel nooit’ diende M. van repliek.
Dat was een waarheid als een koe, niet leuk maar ook niet denkbeeldig.
Een ietwat verbasterde slogan van WarChild schoot door mijn hoofd:
'Je kunt een mens wel uit de buurt van verlangen halen,
maar hoe haal je het verlangen uit een mens?'
Dat moet een struisvogel met de kop in het zand toch ook weten.
Sehnsucht.
Tja.

Peet - 15:04 - al 0 meningen

14 augustus 2010
rioolrat

In een korte adempauze zat ik tegen het kantoorpand geleund.
In mijmering en overpeinzing, want dat is nou eenmaal mijn gewoonte.
Zelf heb ik dan het gevoel dat ik de wereld heel klip, klaar en helder overzie maar feitelijk komt het er op neer dat ik me nergens over verbaas en veel aanneem.

Er liep een beest voorbij.
‘Hé, kom eens hier’ zei ik onwillekeurig. En ‘is het wel helemaal goed met jou?’
Het beest liep namelijk nogal raar, met wat stijve, overstrekte achterpoten.
Ik bedacht meteen of ik die avond iets moest en of er tijd was voor een rondje dierenarts.
Om maar aan te geven dat mijn intuïtie en onderbewustzijn vaak sterker werken dan realiteitszin.
Het beest was een rat. Een behoorlijke rat en dat op een meter of drie voorbij.
Niet eens een leuke rat, hij leek sprekend op een slechterik uit Despereaux, de dappere muis.
Maar dan zonder kleertjes.

Hij, of zij was onderweg naar de sloot.
Hij, of zij vertelde niet waar hij of zij vandaan kwam.
‘Vanochtend waren een paar mannen bezig bij de rioolput’, zei F. die altijd graag een stukje mee gruwelt en meedenkt.
‘Misschien komt hij daar vandaan’.

'Of zij', voegde ik toe.

Een rioolrat. In het wild!
‘Dan zit hij in ieder geval niet meer in de put’, constateerde ik optimistisch.
Missie bijna voltooid.
En voor de rest moest hij het maar uitzoeken.
Of zij.
Want dat kon ook.

Peet - 15:11 - al 0 meningen

12 augustus 2010
oplossen

Ik had vakantie, nog steeds.
En toch en toch en toch dacht ik ineens: weet je wat, ik ga werken!
Ik zei het tegen mezelf, maar het is natuurlijk toch wat raar om ‘weet ik wat’ te zeggen.
Niet dat ik het wist, maar toen wist ik het wel. En zeker.
Eigenlijk was ik wel klaar met de vakantie en psychologisch gezien gaf ik mezelf nu een paar dagen extra om er langzaam weer in te komen.

Er lag in ieder geval weer een hoop nieuw materieel op mijn bureau.
Mijn mailbox opende ik met de handen voor mijn ogen maar ik zag de nieuwe berichten zo hard binnenkomen dat ik dramatisch ‘stop, ho en genoeg!’ scandeerde.

Voor ik het wist moest ik een pauze en ging naar buiten.
Honderd meter verderop staan twee bankjes en meestal kan ik kiezen.
Als het heel warm is kies ik voor die met de minste zon en als het diep vriest die met de meeste.
Vandaag maakte het niet veel uit.
Ik ging zitten en ik dacht na want ik was alleen.
Wat niet wil zeggen dat ik, als ik niet alleen op een bankje zit, niet nadenk.
Daar dacht ik over na en aan terug en ik keek wat om me heen.
Ineens zag ik onder het bankje een zakje liggen, met iets erin.
‘Aha!’ dacht ik, ‘AHA?!’.
Vervolgens eigende ik me heel ongezien en slinks het zakje toe.
En stiekem probeerde ik het open te maken, terwijl ik sneaky om me heen gluurde.
Het duurde ongeveer net zolang als het me tijd kost om de opening van een nieuwe vuilniszak te vinden. Heel lang.
Ik snoof in het zakje en jawel.
Ik heb er niks mee maar die geur vergeet je nooit meer.

Daar zat ik. Met een zakje nederwiet.
Ik had het ook terug kunnen leggen, of af kunnen leveren bij de regionale gendarmerie.
Kon allemaal, dus ik nam het mee.
Nederwiet.
‘Ik moet die huiskamer-dvd voor Joost Belinfante nog maken’, bedacht ik.
'Vanavond!'
Zo praktisch denk ik.

Stop ik dat zakje er gewoon bij, in de envelop.

Ook weer opgelost.

Peet - 22:19 - al 0 meningen

9 augustus 2010
moeilijk

Ja, modeltekenen.
Ik wist nog een jaar dat ik van vier mensen les had.
Ik wist er nog drie en hij was de vierde man.

‘Twintig jaar geleden. Dat was wat’, dacht ik terug.
Hij liep dan nogal rond en iedereen voelde de zenuwen langs de ruggengraat denderen.
Want hij kon nogal meedogenloos zijn in zijn commentaren.
En dan liep hij rond en hij zuchtte.
Hij zei niets.
Dat was het ergste, hij zei gewoon niets.
En wij ploeterden door, voor zover dat ging, gebukt onder de kritische blik.
Maar hij zei niets, hij zuchtte alleen. Heel diep.
‘Uiteindelijk nam je dan plaats achter de grote tafel, zette je handen er op en zuchtte nog een keer...
En dan keek je rond en zei alleen ‘Moeilijk hè,... jongens...?!’'

Hij grinnikte.
Zij lachte.
Ik maakte een foto van dode garnalen.
‘Pas was hier iemand die net zo heet als jij’, zei hij.
‘Die maakte ook foto’s van al het eten, zit dat in de naam?'
Hij stond aan de andere kant van de tafel, net als vroeger
'Had zij ook een weblog?' durfde ik nog te vragen.

Het bleef bij één foto.
De salade uit eigen tuin en de aardbeien-frambozentaart waren eigenlijk mooier.

Maar die durfde ik niet meer.

roel.jpg
Peet - 11:25 - al 0 meningen

3 augustus 2010
einde lijk

Ik heb niet de ambitie om indiaan te worden.
Of eigenlijk had ik daar nog nooit over nagedacht,
het was meer een gedachte die zich aan me opdrong.
Of werd opgedrongen.
Terwijl ik in a hurry was stond ik er bijna middenin.

Natuurlijk kan ik heel erg goed kattenbrokjes uitdelen, blikopener wezen en achter oren krabben.
Dat weet ik ook wel.
En natuurlijk weet ik wel dat ik deze blijk van waardering op waarde moet schatten. Maar!
Dit was nou weer zo een actie van Heer Vleksel, de aanloopkat.
Niks volledige prooi, die je nog een beetje fatsoenlijk kunt begraven als hij het net even niet ziet.
Of dat je er nog iets anders van kunt maken.
Neen.
Een ravage op de mat voor de deur.

Duif is definitely dood.
Knutsel daar maar eens iets leuks van...

einde lijk.jpg
Peet - 22:32 - al 3 meningen