Ik werd vanochtend wakker van een raar soort klap.
En dan ben ik onmiddellijk bij de les. Het is niet zo dat ik dan van ‘hup’ naast het bed sta, zo gaat dat niet om half zeven des ochtends.
Nee, ik probeerde te bedenken wat in een slaapkamer zou kunnen vallen en dan zo een plof maakt.
Niet breekbaar, want ik hoorde geen scherven.
Geen houten iets, meer een plastic plof.
Zo kunnen seconden uren duren.
Vervolgens ging het van ‘ghrrrk, ghrrrk, ghrrrk’ in de slaapkamer.
Toen werd het me te ingewikkeld.
Zo stond ik om half zeven naast mijn bed en heb ik een kat bevrijd.
Die was in een wasmand gesprongen, er vervolgens onder terecht gekomen en probeerde tevergeefs met wasmand en al het strijdtoneel te verlaten.
Ben benieuwd wanneer de volgende reddingsoperatie kan worden ingezet. Aan Linus is een Houdini verloren gegaan, gewoon omdat hij geen binnenzakken heeft~ om de sleutels in te bewaren.
Het belooft een mooie zomerdag te worden!
Vanuit een genoeglijke gewoonte zeg ik elk jaar, als ik om 0.00u jarig ben: ‘Zo. Dat heb ik maar mooi weer gehaald.’
Om vervolgens de dag met blijde verrassingen in te gaan.
Zoals ik ook elk jaar probeer om Het Bezoek vanaf een uur of vijf des middags te genereren. Drankje, hapje, nog een hapje en nog een drankje.
Omdat dit nooit gelukt is mag dat al lang geen blijde verrassing meer heten. Op de één of andere manier verzeil ik vanaf een uur of elf ’s ochtends in een bezoekmarathon, waarna ik veel later ~laten we zeggen een uur of twee ’s nachts~ mijn bed inrol met een opgewekt ‘Zo. En nou probeer ik het nooit weer.’
Ergens tussendoor op De Dag doe ik boodschappen. Liefst in een cluster van supermarkt, slijterij en Turks winkeltje.
Zo ook dit jaar. Met het verschil dat ik ergens een bocht omdraaide en rechts achter in de auto ‘plof’ hoorde. Of eigenlijk was het gewoon een knal. Voor in de auto. Achteraf geloof ik dat de motorkap bijna was weggeblazen en dat zoiets een ‘backfire’ heet. Ik heb daar geen verstand van.
Ik heb alleen verstand van een auto die het wel of niet doet en dat je een eindje van huis in het laatste geval een eind terug moet lopen.
Waarbij het dan altijd regent.
Het regent al jaren op vier juli, waarom dat is weet ik ook niet.
Was ik toch bijna niet verder dan die 42 jaar gekomen zeg!
‘Wat heb je gedaan?’ mokte H. verongelijkt bij thuiskomst, niet zozeer vanwege mijn bijnadoodervaring maar vanwege de auto.
‘Nou gewoon. Ik ging de bocht om en toen!’ zei ik feestelijk.
Vervolgens was hij de rest van de middag op locatie, in afwachting van wegenwacht en reparatie.
Ondertussen schakelde ik mijn vader in voor transport van het bier achter uit die auto naar de koelkast in de tuin en een feestganger voor een rondje supermarkt.
Alles onder controle.
Speaking of: ik heb een minivijver aangelegd. Dat verhaal van die kikkers onlangs is namelijk geen grapje, dat is bloedige ernst. Huuh.
Een ton en wat waterplanten verder blijkt dat het werkt.
We noemen hem Rambo.
Het belooft een overzichtelijk jaar te worden.