‘Heb je verder nog vragen?’ vroeg ze.
Jazeker. Heel belangrijke vragen zelfs.
‘Kan ik morgenmiddag weer werken?’ informeerde ik.
Ze keek me aan of het in Keulen donderde.
‘Okee, okee’ wist ik toen al ‘maar ehm… morgenavond naar het theater dan?’
‘Drie dagen rustig aan… weekend nog even bijkomen, dan kun je maandag weer aan de slag’ sprak ze me streng toe.
Alsof ik hier om gevraagd heb zeg. Ik ben nog nooit onder narcose geweest en morgen lijkt me een slechte dag voor dit soort grappenmakerij.
Of ze wel wisten hoeveel voorbereidingstijd er al in die hele Stef Bos is gaan zitten. En hoe klaar ik er voor ben.
Het huilen stond me zo mogelijk nog nader dan de tranen.
Maar er was geen ontkomen aan, ze was al aan het bellen, er was een operatie uitgevallen en om half tien ben ik aan de beurt.
‘Zeg’ deed ik later samenzweerderig tegen de anesthesioloog. ‘Kan ik morgenavond naar het theater?’
‘Wie speelt er?’ vroeg hij.
‘Stef Bos’ zei ik.
‘Zou ik niet doen’ zei hij.
Nah.
Gaat u ook wel eens van die kleine beetjes dood?
Ik wel. Kan ik heel goed.
En steeds vaker denk ik ‘waarom oh WAAROM doe ik mezelf dit in shemelsnaam aan?’
Niet dat mezelf uit naam van iets anders –in dit geval de hemel- iets aandoe, opdat ik de schuld kan afschuiven. Neu. Ik bedenk het zelf en draag evenzo zorg voor de uitvoering.
Het moest maar eens afgelopen zijn.
‘Waarom doe ik mezelf dit in SHEMELSNAAM aan?’ vroeg ik een uur geleden retorisch aan H. terwijl ik het volledige iets uit het oeuvre van Stef Bos illegaal de computer binnenloodste.
Retorisch, want H. antwoordt dan niet. Die moet dan lachen. Grijnzen zelf. Dodelijk wreef het in, die lach.
Nou ja. Het zat zo.
Een tijdje geleden reed ik op een zondagmiddag naar Nijmegen voor een cdpresentatie van dorpsbard Frank B.
Ik schoof de cd die gepresenteerd ging worden in de cdspeler om alvast een beetje te eh…wennen ofzo en dat lukte heus wel. Ik sloeg alleen wel de duetten met Stef Bos over. Gewoon. Ik werd er wat ongemakkelijk en suïcidaal van en daar had ik geen zin in.
Lang verhaal kort. Stef Bos werd die zelfde middag ten tonele gevoerd, bleek een aardig mens en hup: ik was verkocht. Ik ben gelijk een zwerfhond die prima gedijt in weer en wind maar incidenteel ook graag tegen een brandende kachel aankruipt.
Ik ging zelfs zover dat ik vond dat ik hem wel een hele avond aankon.
Tot mijn grote schrik ontdekte ik vandaag dat die avond overmorgen is.
Dus nou zit ik me in te luisteren.
En hoor ik in gedachten steeds de ‘pahpaah, PAHPAAAAH’-imitatie van Paul de Leeuw.
Wat Herman van Veen kan, kan Stef Bos ook en dat ze dat binnen een week binnen mijn gezichtsveld doen is zoals ik het nu bekijk Too Much.
Zelfkastijding heet dat geloof ik.
Gelukkig ben ik een optimistisch mens.
En gelukkig heb ik daarna H. nog.
Want even tussen ons, ik deed een internettestje en wij matchen werkelijk als wilden.
Kijk maar:
Ik heb mezelf daarna al met menig ex-minnaar en minnaar-to-be gematcht maar dat lijkt dan werkelijk helemaal nergens op.
Of het klopt gewoon. Zo eerlijk ben ik dan ook wel weer. Dat ik beaam dat het emotioneel in het geheel niet spoorde maar wel met vuurwerk tussen de lakens. En sex die nergens op leek maar verder maatjes tot in de eeuwigheid.
Of emotionele en intellectuele verbondenheid die onherroepelijk uitloopt op gehannes in bed.
[Allemaal fictie mensen, allemaal fictie.]
En nou dacht ik dat dat er ook wel uit zou komen met Stef Bos.
Hij van een mij onbekende planeet en ik van Venus. Ziejewel, ziejewel.
Helaas. Het is een complot!
Die twee intellectuele procentjes zie ik door de vingers.
Ik heb ineens weer alle vertrouwen in een ge-wel-di-ge avond!
Match vooral even mee. HIER. [klik]
[Voor herhaling van mijn experiment: vul voor peet 07-04-1966 in, voor H. 12-16-1967 en voor Stef Bos 07-12-1961. Dan ga ik nu H. & Stef Bos nog even matchen. Je moet uiteindelijk een buitensporig doel voor ogen houden in het leven.]
Het is maar beter dat ik nooit iets krijg. Iets chronisch ofzo.
Ik denk namelijk dat ik daar niet zoveel rekening mee zou houden.
Gisteren verscheen ik om een uur of zes op een verjaarspartijtje. Tegelijk met mij verscheen F. en dat was niet geheel toevallig, ik had een deal met F.
Kort samengevat kwam het erop neer dat F. stuurde en ik dronk.
Daarmee gaf ik de logistiek uit handen op allerlei vlak.
Maar goed, het voordeel van verjaarspartijtjes die aan het eind van de middag beginnen is dat ze ook niet te laat eindigen.
Om kwart over twee vannacht stak ik de sleutel in het voordeurslot.
Vervolgens evalueerde ik met mij en mezelf de afgelopen weken en de afgelopen avond. Voor de gelegenheid ontkurkte ik eerst nog maar een fles rode wijn en liet me achtervolgen door gevoerde gesprekken.
Deze week zag ik een oude liefde en het kenmerk van oude liefde is geloof ik dat die dan wel niet roest maar wel ouder wordt.
Ik was vijftien dus hij was zesendertig dus hij is nu éénenzestig. Zou je niet zeggen zeg.
Zijn nieuwe werk is bekoorlijk, Erik van der Wurff nog net zo Erik van der Wurff als vroeger en de combinatie met violiste en gitariste verrassend.
Herman van Veen, kunstenaar. Weet van geen ophouden.
Letterlijk niet want er kwamen na twee overdadige speelhelften maar liefst drie toegiften aan te pas.
Herman die 'troow' en 'groet' zingt in plaats van 'trouw' en 'groot' en eigenlijk was ik er in de pauze al wel klaar mee, met Herman.
Ondanks de stem die het theater tot in alle uithoeken vult.
Toen had hij het mooie liedje dat ik vergeten was ook al gespeeld.
Ik draaide het vannacht en dacht: ja. Dat is mooi.
Dat blijft mooi.
toblijn@gmail.com
Vandaag werd ik wonder boven wonder wakker met een overdreven helder hoofd. Ik stak mijn tong uit tegen het spiegelbeeld in de badkamer.
Blauw.
'Zozo' dacht ik.
'Chow-Chow ' giechelde ik.
D'n Heilige Anthonius deen mos 't wiete.
Heej schreef meej terug, beste vrind wette dat.
Soms is 't beater iets moeis te verleeze.
Beater verleeze dan dat ge 't noeit het gehad
Aldus Rowwen Heze.
Ik vond dat altijd wel wat. Hup, met het circus mee, liever ten hele gekeerd dan ten halve gedwaald.
Elke ervaring is er één waar je wat van opsteekt, ook al is het een negatieve.
Maar dan nog blijft dat de keuze voorop staat en dat is nou net wat ontbrak.
Er waren tranen, natuurlijk waren er tranen. Van die tranen waarbij je amper kunt bedenken waarom.
En evenzoveel relativeringsvermogen: die gruwelijke hormoonomslag laat je huilen wanneer je iets kwijtraakt dat je niet wilde hebben. Zoals ik twee keer eerder huilde om hoe mooi, hoe compleet en hoe wonderlijk.
Huilen om niks en om alles.
Huilen om die wonderlijke rust in mijn lijf. Huilen omdat ik de onrust vooraf niet herkende.
Maar elke dag beter.
‘Het gaat goed’ zei ik opgewekt tegen de gynaecoloog. Het nachtelijk avontuur van vorige week heeft een vreemd soort band gekweekt.
‘Ik heb het in het teamoverleg besproken’ zei ze. ‘Iedereen denkt toch dat je ‘em al eerder bent kwijtgeraakt.’
‘Dat bestáát niet’ sputterde ik ‘weet je wel hoe zo een ding eruit ziet? Daar zitten weerhaken aan!’
Okee, ik had het vermoeden dat ze dat wel wist. Ik merkte aan haar reactie dat ze er ook over twijfelde.
‘Het gaat nog niet helemaal goed’ sprak ze vervolgens terwijl ik geheel relaxed in mijn minst favoriete pose achterover leunde. ‘Je HCG-waarde is nog te hoog en ik kan ook zien dat nog niet alles weg is. Ik wil je volgende week weer zien, dan kijken we wat we gaan doen.’
Mopperend verliet ik haar.
En vanmiddag zag ik mijn huisarts.
Hij had het in zijn jarenlange praktijk nog nooit meegemaakt. ‘Wel met die andere dingen’ sprak hij oneerbiedig over het koperspiraaltje en hij stak drie vingers op.
Ik vertelde hem de mening van de gynaecologische maatschap. ‘
‘Zou het nou echt mogelijk zijn dat zo een ding ongemerkt je lijf verlaat?’ vroeg ik nog maar eens vertwijfeld.
Hij schudde gedistingeerd doch beslist zijn wijze hoofd.
‘Hee, hij heeft geen snor meer’ realiseerde ik me ineens en besloot daar niks over te zeggen.

‘Misschien is het beter om iets niet te hebben dan om het gelijk al weer kwijt te zijn’Zulks zingt een andere zanger. Dat gaat vast niet over de mirena. Of over een onverhoopte zwangerschap.
Maar het klopt wel.
Wat ik dacht?
Ik dacht dat het voorwerp zich van me had losgemaakt en het lijf daar vanaf wilde. Dat dacht ik.
Hoe dat in zijn werk gaat weet ik verder ook niet maar het leek me te kunnen.
Het had alleen allemaal op wat subtielere wijze gemogen en daarom dacht ik vervolgens: kom, die huisartsenpost is er ook voor mij!
‘Het systeem kent u niet’ zei de telefoniste. Ik overwoog even de namen van mijn kinders te noemen om een Aha-erlebnis te veroorzaken maar daar ging het nu even niet om.
‘Kun je plassen’ zei de huisarts drie kwartier later.
‘Ja hoor’ zei ik zo opgewekt mogelijk.
‘Ik bedoel NU’ zei de huisarts.
‘Eh…?’ zei ik.
‘Laat ik het anders vragen. Ben je seksueel actief?’
Nou ja zeg. Op het moment dat ze het vroeg even wat minder en daarnaast ook niet meer drie keer per dag maar ik dacht van wel.
‘We hebben het namelijk altijd wel over die honderd procent betrouwbaarheid’ vervolgde ze ‘maar voor de zekerheid…’
Voor er ook maar iets van zekerheid was stuurde ze me door naar de vierde verdieping, naar de afdeling gynaecologie.
En daar zaten we dan.
In de wachtkamer tussen honderdduizend folders en affiches met zwangere vrouwen, borstvoedende moeders en wat dies meer zij.
Aan de overkant van de gang zag ik in het schemerdonker mijn oude bureau staan.
‘Als dít écht zo is dan ben jij aan de beurt’ zei ik dreigend tegen H.
Nu was het zijn beurt om wat wit om de neus te raken.
En we wachtten wat af.
'Hee, daar loopt A.' tuurde H. over de reling.
A. was mijn favoriete arts-assistent.
'Dan wil ik vannacht niet naar de O.K.' zei ik.
‘Ik wil naar huis’ zei ik ‘het is al over.’
‘Ik wil wel even vragen of het ze vandaag uitkomt dat we er zijn’ zei H. ‘Anders komm'n we morg’n terug’
Toen kregen we de slappe lach.
Ineens stond er een soort spook voor me met onduidelijk gereedschap.
‘Ik kom even prikken’ zei ze.
‘Wrom?’ zei ik
‘Drom!’ zei ze.
Dan laat je je prikken.
Later volgde de bevestiging die ik gelaten over me heen liet komen.
Er volgde een stortvloed aan informatie die ik ook grotendeels over me heen liet komen.
‘Naar huis!’ dacht ik, ‘naar huis!'Naar huis!’
En om een uur of drie des nachts verdronken wij de adrenaline in een stevige borrel.
Hoe anders het had kunnen lopen.
Laat ik één ding vooropstellen: als je kiest voor de mirena dan kies je niet voor een kind. Ook niet een beetje.
Hoe verwend het ook klinkt.
Intussen weet ik dat ik ongeveer tien weken zwanger ben geweest en dat ik achteraf alle verschijnselen heb toegeschreven aan de onrust rond mijn nieuwe & veertigurige werkweek.
Ik dronk in die periode drie keer een glas wijn teveel, nam een penicillinekuur en sliep gaten in avonden en nachten.
Inmiddels heb ik alle verschijnselen die ik feilloos herken als ontzwangeren & ben ik bijna toe aan de tranen.
En inmiddels ben ik heel erg boos.
Hierom. [klik]

Het was me het nachtje wel. Ik heb wel eens vaker van die nachtjes-wel maar dit was anders.
Het was alsof we de hoofdrol in een film toebedeeld hadden gekregen zonder bekend te maken wat de plot moest worden.
Wilden ze me toch zomaar even een kamer aanbieden in het plaatselijke ziekenhuis zeg!
Natuurlijk weigerde ik, maar soms heb je niet zoveel te willen, blijkt.
Het begon gisteravond met wat nare krampen op de voet gevolgd door overdreven bloedverlies & dat kan iets zijn waar vrouwen wel eens last van hebben maar ik wat minder. Sinds de intrede van mijn vriendin Mirena al helemaal niet.
[Mocht u niet helemaal 'in' de terminologie zijn> das een spiraaltje]
In het holst van de nacht werd bloed afgetapt en onderzoek verricht en om een uur of twee volgde de verrassende ontknoping:
de test was positief en dít bleek de onfortuinlijke afloop.
En geloof me: dat is een vreemde gewaarwording als je denkt dat je van zwangerschappen gevrijwaard bent.
Verder is het nooit zo erg om een byzonder exemplaar te zijn maar op dit soort one-in-a-million gevallen zit een mens niet te wachten.
Affijn, nieuwe werkgever -& ook alle cuties onder de oude ziekenhuiscollega’s- hebben me gesommeerd even pas op de plaats te maken, liefst in horizontale positie dus daar houd ik me maar aan.
Langzaam maakt ongeloof plaats voor besef.
[En ik maar denken dat de service van tele2 de slechtste en minst betrouwbare van het land is. In Huize Peet hebben we een nieuwe nummer 1…]

Het was me het maandje wel.
Ik heb wel vaker van die maandjes-wel maar dit keer zonder internetverbinding. Zonder internetverbinding ga je een beetje terug in de tijd.
Het is net of het leven ineens wat langzamer verloopt.
En reken er op dat het leven zonder internet daadwerkelijk langzamer verloopt.
Zo lag het telefoonboek in Huize Peet al jáááren onderin de krantenbak.
Dat was in dit geval niet zo erg want wat moet je met telefoonboek zonder lijn. Maar daar wil ik het eigenlijk niet meer over hebben.
Ineens moet je dan toch een telefoonnummer en dat moet je dan opzoeken.Alfabetisch.
Alfabetisch gaat een stuk langzamer dan een naam intypen, echt!
Krant was er ook al een tijd uit en ontpopte zich tot succesvol herintreder. Vara-gids iets van lang geleden en waar de hele kerstperiode natuurlijk al op retrogebeuren gebaseerd is – het was best knus.
Onbegrijpelijk hoeveel tijd een mens zonder internetverbinding overhoudt om weer helemaal bij te raken in docudramaland. En ik houd best van ranzige televisie.
Menig rommelzolder zag ik in een droomhuis veranderen, ik zag Vrouw Froger wekelijks hard in actie en op maandag vroeg ik me periodiek af hoe Derk Bolt tijdens zijn spoorloos-activiteiten de avonden doorbracht.
Persoonlijk denk ik dat de man zelf over een jaar of vijftien spoorloos is en dat al zijn van licht tot donker gekleurde nazaatjes in wedstrijdverband naar hem op zoek gaan want zo denk ik als ik teveel televisie kijk. Dat het allemaal een complot is van Endemol.
Ondertussen maakte Merlijn zijn grootste geheim tot nu toe kenbaar.
Hij is verliefd. Op Canisha.
Canisha is een klein poppetje met twee staarten hoog op het hoofd en ze mag het niet weten want het is een geheim.
De melancholische jongeling ontpopte zich terstond in een kunstenaar van formaat.
Op elk vrij hoekje papier worden Canisha’s gekrabbeld.
Hieronder een portret van het olijcke stel in omhelzing.
Let op de rode konen en hoe hij tegen haar opkijkt.
[Ondertussen zorgt een in allerijl gerealiseerde modem/inbelverbinding er af en toe voor dat de computer weer bij raakt. En ik ook. Héél langzaam.]
‘Laat mij nog maar een keer bellen’ zei ik.
Ik was namelijk verschrikkelijk in de stemming. En als ik verschrikkelijk in de stemming ben moet ik daar wat mee doen. Anders raak ik het niet kwijt. Dan draai ik door. Dan raak ik opgefokt. Dan gebeuren er ongelukken. En reken er op dat daar niemand op zit te wachten.
En ik gooide het over een andere boeg.
‘Op zes december ging dat verder voortreffelijke modem stuk en is er een nieuw minstens zo fijn exemplaar besteld.’
‘Oh’ zei de telemarketeer, ‘eens even kijken.’
‘Ja, doe eens even’ moedigde ik aan.
‘Oh ja’ zei de telemarketeer ‘en toen hebt u tweehonderd keer gebeld van waar het bleef.’
‘Klopt’ zei ik instemmend ‘ want het zou er steeds maar weer binnen drie werkdagen zijn en toen ging er nog eens wat mis en daarna vroeg iemand of ik nog op mijn adres van vijf jaar geleden woonde en vervolgens was het er nog niet.’
‘Ik vind het heel vervelend voor u’ toonde de telemarketeer begrip.
‘Ik ook’ zei ik ‘en ik vond het ook niet leuk om half december te horen dat er pas drie januari een nieuw exemplaar verstuurd zou kunnen worden.’
‘Na drie januari staat hier’ verbeterde de telemarketeer me.
‘Aha’ zei ik, nog steeds verschrikkelijk in de stemming, ‘vandaar dat er vandaag geen autootje met een pakketje kwam voorrijden.’
‘Precies’ zei de telemarketeer, ingenomen met mijn conclusie.
‘Zeg’ zette ik een poging in ‘ik snap ook wel dat het niet meevalt om telemarketeer te zijn…’
‘Hoho, ik ben wel wat meer dan een telemarketeer’ protesteerde de opgewaardeerde telemarketeer.
‘Kee’ gaf ik toe ‘vertel me dan maar eens wanneer dat nieuwe modem geleverd wordt.’
‘Na tweeentwintig januari’ zei de opgewaardeerde telemarketeer, trots op zijn kennis van zaken.
‘NA tweeentwintig januari’ herhaalde ik ‘is dat wat jullie in de kleine lettertjes onder redelijke termijn verstaan?’
‘Redelijke termijn telt niet als het gaat om de levering van een modem want daar kunnen wij niets aan doen.’
Nu was ik met stomheid geslagen. Heel even. En toen raakte ik toch nog licht geïrriteerd.
‘Ik wil NU van mijn overeenkomst met jullie af’.
‘Dat kan maar dan moet u wel de kontraktkosten betalen’ bladerde de telemarketeer door zijn script.
‘Lijkt me niet’ zei ik stellig ‘verbind me maar door met iemand die dat kan.’
‘Hoi’ zei chef-telemarketeers.
‘Ik wil van mijn overeenkomst met jullie af’ zei ik opgewekt, ‘en wel op redelijke termijn, dus nu meteen.’
‘Dat kan’ zei chef-telemarketeers ‘maar dat gaat u wel geld kosten!’
‘Lijkt me niet’ antwoordde ik praktisch.
‘Jawel hoor: aansluitoverzettingskosten om uw nummer mee te nemen naar een nieuwe provider’ verbeterde chef-telemarketeers me.
‘Daar doe ik het voor’ probeerde ik een juich te onderdrukken ‘ en krijg ik daar een bevestigingsbrief van?’.
‘Dat kan ik niet. Ik kan u wel een mailtje sturen’
‘He ja, dat lijkt me leuk’ repliceerde ik.
‘Nou ja, misschien kunt u dat dan op een ander adres bekijken’.
We namen afscheid en ik belde naar KPN.
‘Hoi’ zei ik ‘ken je me nog?’
Alsof je als vreemdganger een pakje sigaretten ging halen en na twee maanden weer voor de deur staat.
Heel lief was zij van KPN.
Twaalf januari kunnen we weer telefonisch verbinding leggen met de wereld. Zonder aansluitoverzettingskosten. Vanaf een nieuw telefoonnummer want het oude is verloren gegaan op het moment dat Chef-Telemarketeers het kontrakt ontbond. Wist hij blijkbaar niet, kan hij ook al niks aan doen waarschijnlijk.
Over een week of drie volgt een nieuw modem. Zei zij van KPN.
En ik wil haar graag geloven.
En waarschuwen voor Tele2. Maar dat terzijde.