30 oktober 2006
laatste bus

Ik was verschrikkelijk in de stemming.
Anders kan ik het niet verklaren.
Om te beginnen huppelde ik als een twaalfjarige bakvis naar de gereedstaande bus.
Laat ik vooropstellen dat ik als twaalfjarige al lang niet meer huppelde, laat staan dat ik wist wat een bakvis was. Strikt genomen vind ik het nog steeds een belachelijk woord maar het gaat even om het beeld.
‘Moesten we maar niet eens gaan’ joelde ik tegen de samenscholing van buschauffeurs.
‘Neu’ zei de één. ‘Kalm aan’ zei de ander.
‘Zullen we er dan nog maar eentje…’ wees ik naar het etablissement dat ik net verlaten had. En wist ik dat het volslagen nutteloos is zoiets aan buschauffeurs voor te stellen. Die hebben het schema dat ik allang uit het oog verloor die avond.
In een fractie van een seconde besloot ik me aan te sluiten bij hun gespreksonderwerp: de loonstrook. Wonderbaarlijk hoe ik dat zo snel kon bij elkaar kon schakelen.
‘Controleren jullie zo af en toe wel of het allemaal een beetje klopt?’ stookte ik een brandje binnen de regionale busmaatschappij.
‘Neu’ zei de één. ‘Ik wel’ zei de ander begaan.
‘Want jullie werken wel veel ’s avonds’ deed ik opmerkzaam. Het was twaalf uur de nachts.
‘Wij hebben vaste ORT’ zei de ander.
‘We hebben wát?’ zei de één. Dat was mijn buschauffeur.

‘Onregelmatigheidstoeslag’ legde ik uit terwijl we de bus bestegen.
‘Rondje van de zaak’ zei mijn chauffeur terwijl ik mijn portemonnee trok.
‘Dank je wel’ zei ik, ook al moest ik nu uit goed fatsoen het gesprek wel een beetje volhouden.

‘Ik heb de MEAO gedaan’ zei mijn buschauffeur. Ik bespeurde iets van trots in zijn stem.
Niet zo economisch om mij gratis te vervoeren in een verder lege bus, al kon hij daar voor het grootste deel niets aan doen.
Maar dat hij toch echt nooit van plan was geweest om achter een bureau te eindigen.
‘Nou duh’ zei ik. En ik vertelde dat ik toevallig een nieuwe baan heb waarin ik heel veel buiten mag spelen. Dat ik daarbij achter héél veel verschillende bureaus mag zitten leek me verder niet zo’n waardevolle aanvulling.
‘Ik weet nog dat ik op vakantie was in Oostenrijk en toen kwam er zo een touringcar aanrijden’ zei mijn buschauffeur dromerig. ‘Toen wist ik: dat wil ik ook!’

‘En nu rij je rondjes in een stadswijk’ dacht ik.
Sommige dingen moet je voor je houden al is dat niet altijd mijn sterkste kant.
‘Van welk jaar ben jij?’ vroeg ik toen maar iets anders.
‘Negentienzesenzestig’ zei hij.
‘Ik ook’ wist ik.
‘Weet je wat het is?’ vervolgde ik net toen ik uitstapte ‘we zitten in de midlifecrisis en dat is nog helemaal geen pretje!’

Ik hoorde mijn buschauffeur hard lachen terwijl de deuren weer dichtschoven.
Alsof het een grapje was.

Peet - 11:49 - al 4 meningen

29 oktober 2006
how to star


cowboybillieboem.JPG

Als gevolg van de kindervoorstelling van Kleintje Kaf togen we naar Cowboy Billie Boem, vanmiddag in Ommen.
Cowboy Billie Boem gaat samen met de Indiaan kamperen en ze komen nooooit meer thuis. Tenminste. Behalve wanneer ze wat opdrachten oplossen die ze door Stapeltje worden ingefluisterd.
‘Stapeltje is niet mijn overgrootmoeder, niet mijn betovergrootmoeder maar mijn stapelbetovergrootmoeder’, aldus de Indiaan.

De recensie van Tobias zou ik als kort doch bondig kunnen omschrijven: stomme indiaan.
Deze zondag eindigde wat hem betreft weer traditioneel bij de huisartsenpost. ‘Buisjes in de oren garanderen niet dat hij oorontstekingsvrij blijft’ zei maar weer eens een andere huisarts ’het duurt alleen niet zo lang als voorheen’.
Geduld is het beste medicijn, in combinatie met paracetamol & diepe wallen onder de ogen.

Merlijn was enthousiast.
‘Ik wil ook meehelpen’ zei hij toen een aantal kinderen door de podiumgasten werd ingezet om hoedjes te vouwen.
Niet dat hij hoedjes kan vouwen maar wel dat hij mee wilde doen.
‘Dan moet je je vinger opsteken als dat gevraagd wordt’ zei ik.
Hij kon er bijna niet op wachten.
‘Wie kent het dansje van ‘In de Maneschijn’' vroeg de Indiaan.
‘Ik-ik-ik’ riep Merlijn.
‘Kan hij het dansje van ‘In de Maneschijn?’ keken H. en ik elkaar aan.
Maar hij was al van de laatste rij geplukt en huppelde aan de hand van de Indiaan naar het grote podium.
En daar stond hij, tussen drie andere kleuters.
Professioneel schermde hij zijn ogen af voor de felle schijnwerpers en zwaaide in onze richting.

‘In de maneschijn, in de maneschijn
Klom ik op een trapje naar het raamkozijn
Maar je raadt het niet maar je raadt het niet
Zo doet een vogel en zo doet een vis
Zo doet een duizendpoot die schoenenpoetser is’

Verbijsterd keken wij het aan.
Dat hij dat durft voor zo een zaal met zoveel mensen.
En of hij dat durfde. Dansend en zwaaiend en met een buiging of drie na afloop.
‘Dat heeft hij niet van jou’ constateerde ik richting H.
‘Ook niet van mij trouwens’ voegde ik eerlijkheidshalve toe.

‘Hebben jullie me gezien?’ informeerde Merlijn toen hij weer tussen ons inschoof ‘ik stond op het grote poppodium!’
En of wij hem gezien hadden prezen wij trots zijn heldenmoed.
Hij vond het de normaalste zaak van de wereld.
‘Ik denk dat we de Cowboy en de Indiaan maar even een briefje moeten schrijven’ bedacht hij tijdens de terugreis op de achterbank.
‘Dat ze zo mooi gezongen hebben enzo. Ik denk dat de postbode ze wel kan vinden’

Peet - 10:28 - al 6 meningen

28 oktober 2006
je denkt bij jezelf

Je verwacht niet dat het je gebeurt.
[Let op de afstandelijke voetbaltoon.]

[Of de Willeke Alberti-toon, die kan het ook. ‘Dan sta je op het podium met je muzikanten, fantastische mensen’ Ja, dan heeft ze het over zichzelf. Je maakt wat mee.]

Even tussen ons, ik vind Willeke net niet helemaal echt.
In letterlijke zin klopt dat niet. De meeste mensen zijn echt. Eigenlijk alle mensen.
Ik keek naar mijn favoriete latenight-vermaak, daar zat ze ineens en ik tuurde naar het beeld om er achter te komen of ze nou eigenlijk überhaupt wel een mens is.
Ik weet wel dat het de gewoonte van Madame Tussaud is om een waarheidsgetrouwe kopie in de Kalverstraat te plaatsen maar ineens bekroop me de gedachte dat er misschien wel een wissel had plaatsgehad. Of iets anders was misgegaan.
Misschien was zij wel nagemaakt van het wassenbeeld. Je weet het niet, er kunnen heel veel gekke dingen vandaag de dag.
‘Dan denk je bij jezelf...’ zei Willeke. Het zou kunnen dat ze zo praat omdat ze het dan heeft over haar betere ik. Het exemplaar bij Madame Tussaud.
Of ze heeft het overgehouden aan haar omgang met Seuren Derby.

Goed, even overnieuw en het boetekleed aan.

Ik had het niet verwacht maar het is gebeurd.
Na ruim twee-en-half jaar loggen heb ik mezelf gedelete, censuur op mijn eigen toegepast & er één van mij verwijderd.
De reden? Gewoon, te confronterend.
Over de inhoud wil ik het niet eens hebben, al he-le-maal niet.
Onsamenhangend, onbegrijpelijk en onlogisch terwijl ik dat heus niet in de gaten had.
Maar het feit dat ik in zo een kennelijke staat in staat ben foutloos te typen: bespottelijk.
Zo.
Missie volbracht, boetekleed uit, tijd voor een glas wijn.
Dat is de volgorde.

En laat ik nu ik toch zo fijn bezig ben meteen nog iets erkennen: ik ben in deze [klik] quiz bij vraag 5 gestrand.
Een volslagen kansloze missie.
Daarbij ook nog overdonderd door het feit dat er in dit land een minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties bestaat.

[Maar in de geruststellende wetenschap dat ik mijn directe collega's wel herken. Dat scheelt een slok op een borrel.]

Peet - 9:40 - al 3 meningen

24 oktober 2006
doppinda's

Ik ben hevig fan van Sesamstraat.
Dat lijkt handig als je kinderen hebt van respectievelijk drie en vier jaar oud, behalve dat zij dat minder hebben.
Ik weet ook niet precies wat nou de ultieme doelgroep voor Sesamstraat-liefhebberij is en veertig lijkt me behoorlijk aan de leeftijd maar ík hoor de lol van Paul Haenen en Wim T. Schippers.
Als je drie of vier bent zie je Ernie en Bert. Dat zal het grote verschil wel zo’n beetje zijn.
Maar het is niet alleen vanwege Haenen & Schippers.
‘Koken met Rik’ vind ik ook erg fijn. Veel leuker dan Jamie Olivier.
Gisteravond ging Rik koken en daarbij wordt hij dan bijvoorbeeld geholpen door Tommie-poe hee en Pino.
Doppinda’s zag ik. Dat was lang geleden.

tommie_en_rik.jpg

Voor het laatst als sneue exemplaren in een vogelvoerpakket en toen heb ik er een ketting van geregen. Vogels aan een doppindaketting in de sneeuw zijn namelijk goed voor het melancholische Anton Pieck-gevoel dat iedereen wel eens overvalt. Terwijl ik ze eigenlijk altijd ook zelf wel lekker vind, zo nu en dan.

Beetje olie ging erbij, beetje zout, in de keukenmachine hopla: pindakaas. Precies dat wat Tommie het allerlekkerste vindt op de boterham.

Gisteravond stond ik, geruime tijd na einde Sesamstraat in het dorpscafé.
Ze vierden daar iets van een jubileum, dat ging gepaard met allerlei locale bandjes.
Ik stond op een stoel want het was druk en ik zie graag iets. Vanuit een ooghoek zag ik Marie voorbij schuifelen.
‘Há!’ zei ik. ‘Wat ga je nou doen’ vroeg Marie.
Ja dat krijg je dan. Dat vroeg ze ook al in de reacties ergens hieronder maar in het echt kun je dan niet net doen of je het niet hoort. ‘Vanaf 1 december ben ik Adviseur Rechtspositie en Formatie [ik kan het inmiddels foutloos opzeggen] daar-en-daar. En ik hoef maar zevenendertig uur te werken hoor, de rest van die veertig uur spaar ik op en dan ben ik alle schoolvakanties vrij.‘
'Oh zó en dáár' zei Marie.
Was dat ook weer even duidelijk.

Ze schoof door naar de frontlinies want haar zoon ging aan de trommel. En dat deed hij me een partij leuk en in een leuk bandje!
En we zagen nog meer bandjes. Veel meer bandjes.
Wat ik eigenlijk wilde zeggen, het was maandagavond. Op maandagavond serveert men ter ondersteuning van het muziekgeweld doppinda’s. Honderdduizend doppinda’s.

Zonder toegevoegde olie en zout, zonder keukenmachine maalde ik pindakaas.
En dacht ik onwillekeurig aan Sesamstraat.

Peet - 11:18 - al 9 meningen

23 oktober 2006
dagen duren


huubtoomler.JPG

‘Jij vindt dat een mooie man hè?’ vroeg Heleen naar de bekende weg. Enige bezorgdheid klonk door in haar stem.
Ik knikte bevestigend. Ja. Dat is een prachtige man.
‘Nou ja’ zei ze ‘nou ik vind dat nou niet.’
‘Wadde?’ zei D.
‘Dat Peet dat een mooie man vindt.’
Lief H. haalde ondertussen zijn schouders op want die is inmiddels wel gewend aan dit soort Peet.
En daarbij: je hoeft geen vrouw te zijn om op Huub te wezen. Denk ik.
‘Ja…’zei D.
‘Mooie bloes’ zei D.
‘Mooie bloes, mooie bloes?!’ sputterde ik.

‘Maar wat vind jij nou mooi…’ wilde Heleen toch even weten terwijl we de man in kwestie bekeken. Die liep wat zenuwachtig op het toneeltje te redderen.
‘Gewoon alles. Mooie kop. Mooie houding. En wat hij zoal kan hè…’

Want uiteindelijk gaat het daar natuurlijk om.
Zodra de man zijn mond open doet word ik een beetje week.
Voornamelijk als hij begint te zingen.
En hij bleek ineens ook gewoon zelfstandig met een gitaar te kunnen.
Zingende man met een gitaar.
En dat met zijn briljante teksten, gistermiddag ook nog voorzien van puntige doch hilarische uitleg. Aan de hand van de bijbel van Hank Williams.
Aan de hand van Huub van der Lubbe.

leg me neer bij de dingen
dat ze zijn zoals ze zijn
leg me neer bij de waanzin
van alle nutteloze pijn
leg me neer bij de warmte
in de holte van je schoot
leg me neer bij het leven
en de liefde en de dood

Oud Dijk-repertoire teruggebracht tot de essentie van tekst en melodielijn. Hou me ten goede: ik ben erg vóór De Dijk.
De Dijk moet ook af&toe en vooral blijven bestaan.
Maar dit.
Dit had dagen mogen duren.
Ook bijvoorbeeld vanwege het nog steeds zo mooie ‘Hou me vast’.
‘Dat is uit de tijd dat ik mijn dochter ’s avonds wakker maakte om haar te laten plassen. Mijn hand op haar ruggetje, haar handje op mijn rug’.

als jij het niet meer weet
in het donker van je hoofd
ze laten weinig heel
van waar je in gelooft
hoe de tijd ook raast
we moeten erdoorheen
als jij het niet meer weet
je bent niet alleen

hou me vast

Oud werk, byzondere liedjes en nieuwe vertalingen, het kon niet op!
Een fraai exemplaar in de Mooie Liedjes-serie van Toomler.
[zie ook hier!]
‘Vind je het wat?’ siste ik na een paar van die liedjes tegen Heleen.
Zij had zich de week ervoor door haar moeder laten uitleggen dat Huub van der Lubbe de zanger van De Dijk is en toen wist ze nog niks. Het bestaat mensen, het bestaat. En zonder enige vorm van schaamte.
‘Ja’ zei ze, ‘en nou ik zie wat hij kan en doet vind ik hem steeds mooier.’
‘Nou dát’ beaamde ik.
Zo zit het en wat waren we tevreden.
Dit.
Dit had dagen moeten duren.

[zie: filmpje van wel dertig seconden]

Peet - 7:04 - al 6 meningen

21 oktober 2006
veertig uur

Af en toe vliegt het me enigszins naar de keel, veertig uur, veertig uur. Dat heb ik nog nooit gedaan. De afgelopen veertig jaar niet in ieder geval.
Veertig jaar, veertig uur. Zou dat meevallen?
Ook na een half jaar nog?
Er zullen best honderdduizenden zijn die dat doen, veertig uur.
Maar ik niet. Ik verbeeld me dat ik namelijk ook nog wel wat tijd voor mezelf nodig heb.
Liefst ’s avonds, vanaf een uur of tien klaar ik weer helemaal op.
Met een korte werk- of vrije dag in het verschiet combineert dat heel goed.

‘Hoe gaat je werkschema eruit zien?’ vroeg mijn nieuwe baas.
‘Wat is gebruikelijk?’ vroeg ik.
Ik begin nu om half negen. Dat vind ik fijn.
Tien uur zou ik nog beter vinden eigenlijk, werkdagen van tien tot vier. Maar dan haal je de veertig nooit natuurlijk.
‘Tussen half acht en half negen’ zei hij.
Ik ging voor de middenweg, Om vier uur ’s middags vrij zijn klinkt als muziek maar als je hier om half acht voor moet beginnen dan hebben we het in het Geval Peet over Utopia.
Vooralsnog.
Hiertegenover staan alle vrije schoolvakanties.
Let the choir sing! Het leukst aan mijn nieuwe baan zijn de vakanties!

Want ik heb werkelijk geen idee hoe ik de zaak ga beleven.
Hoe en waarmee ik die veertig uur in de praktijk ga invullen.
Het mag wat mij betreft allemaal leuk zijn. Ter compensatie.
Help me hopen.

Peet - 4:38 - al 12 meningen

19 oktober 2006
juf jella

Merlijn heeft zo zijn eigen idolen.
Vanmiddag vroeg ik hem hoe het op school was. In het algemeen een retorische vraag die op zijn best met ‘goed’ wordt beantwoord.
Vandaag had hij meer tekst.
Juf Jella had gezongen. Dat had diepe indruk op hem gemaakt.
Dat was een hele lieve juf. En toen moest ze weer naar huis, in Emmen.
Ik pijnigde mijn geest. Een stagiaire misschien.
‘En was die vandaag voor het laatst?’vroeg ik.
Ja. Ze ging weer weg.
‘Vast dat blonde meisje’, bedacht ik. Zal zo een stage wel tot de herfstvakantie duren. Jammer, was inderdaad een lief meisje.
‘En wat zong ze dan?’ vroeg ik door.
Dat wist Merlijn niet. Ze had gevraagd of de kinderen het liedje kenden maar Merlijn wist van niks. Maakte hem zo te horen ook niet veel uit, hij straalde terwijl hij erover vertelde.

Net belde S.
Ze vroeg naar de operatie van Tobias.
Tobias was als immer geweldig stoer, als in alles waar het woord dokter of ziekenhuis in voor komt. Ik was bij hem toen hij bijkwam uit de narcose.
Ik heb nog nooit een kind zo dierlijk horen krijsen, ondertussen wild met armen en benen maaiend. ‘Dit doet heel erg pijn maar hij heeft een stevige paracetamol gehad, die gaat zo werken’ zei de verpleegkundige.
En zo was het. Goddank viel hij in een diepe slaap en toen hij wakker werd was het grote leed geleden. Missie volbracht.

‘En hoe vond Merlijn het vanmiddag op school?’ informeerde S. verder.
Ik vertelde dat er iemand had gezongen. Een stagiaire die weg ging ofzo, Juf Jella.
‘Haha’ zei S.
En vervolgens hoorde ik dat de kinderen getrakteerd waren op een verrassingsoptreden van Idol Raffaëla.
‘Ooooh’ zei ik onnozel.

Ik zocht op YouTube naar bewegend beeld met geluid.
‘Is dit Juf Jella?’ vroeg ik aan Merlijn.
‘Jaaaa!’ riep hij en zong enthousiast mee met ‘Raaaaaid hier, raaaaid nou’.
‘Mooi he’ verzuchtte hij toen het afgelopen was.

Je moet het ook allemaal maar weten.

Peet - 6:19 - al 7 meningen

17 oktober 2006
buisjes

Low bridge, ev’rybody down
Low bridge, we're coming to a town

You'll always know your neighbor
And you'll always know your pal
If ya ever navigated on the Erie Canal

[Erie Canal]

bruce_ahoy.JPG

Ja. Natuurlijk was Bruce geweldig, sfeervol, charismatisch, etcetera.

Ik ben al lang weer over tot de orde van de dag.
Donderdag krijgt Tobias buisjes in zijn oren.
Het valt nog niet mee om dat een kind aan het verstand te peuteren, zowel in noodzaak als de feitelijkheden.
Maar ik dacht dat ik er aardig mee wegkwam.

Vanavond begon hij wat bedenkelijk te kijken. Hij wil geen buizen. Hij wil zijn eigen oortjes houden.

Tsja.

Peet - 9:45 - al 3 meningen

15 oktober 2006
parkeerplezier

Er zijn wel meer verschillen tussen mannen en vrouwen.
[Goh Peet, vertel eens.]
Zo lijkt het erop dat mannen er geen enkel belang aan hechten om voor de deur te parkeren.
Ja, ik ken er één. Maar die was niet mee naar Bruce Springsteen.
Vanaf de achterbank bekeek ik Tom-Tommie. Nog ruim twee kilometer tot Ahoy, zo las ik op het schermpje. ‘Parkeren’ zei E.
E. zat achter het stuur en ‘neeeeeee’ gilden wij vanaf de achterbank. Wij hadden namelijk onze wandelschoenen niet aan en we waren in het midden van nergens.

Al ben ik vrouw, ik geef onmiddellijk iets toe. Vrouwen zijn niet handig met schoenen als het gaat om waar ze naar toe gaan. Vrouwen staan thuis voor de spiegel en kiezen het paar dat het leukst combineert met het zorgvuldig uitgezochte setje kleren. Niet even denken aan de betonnen vloer waar een uur of drie op gestaan gaat worden. Niet even denken dat sportschoenen soms een goed idee zijn.
Neen. Stel je nou toch voor dat Bruce je spot op driehonderd meter afstand, dan wil je er een beetje leuk opstaan.
En ook niet even denken aan de parkeerplaats en hoe lang het zou zijn en hoe ver.

De eerste honderd meter mopperden we er lustig op los.
We zouden immers pas zó laat arriveren dat we nog net de toegift, en dat soort taal.
‘Kijk een pad, we kunnen een stuk afsteken’.
Dat bedachten de mannen.
Als vrouwen eenmaal hun lot kennen dan leggen ze zich daarbij neer want dat gaat vaak het snelst. Want natuurlijk eindigde dit pad voor een enorm hek waarachter een behoorlijke rivier. En we hadden ook al geen boot bij ons.
De padvinders onder ons [lees: mannelijk] besloten dat het volgende zijpad een fietspad was en de moeite van het proberen waard. We eindigden keurig op de parkeerplaats van Ahoy tussen driehonderd trucks met oplegger en besloten dat Dries Roelvink dan wel een sneuneus is maar Hans Klok ook nog steeds een amateur.

‘Zo’ zei E. opgewekt, ‘voor driehonderdtwintig euro aan kaarten en negen euro voor de parkeergarage zonde van het geld vinden’.
Het was dat we Bruce Springsteen op dat moment al konden ruiken.
Anders hadden we daar niet om gelachen.

Peet - 8:06 - al 9 meningen

13 oktober 2006
bruce-time

Wat nou vrijdag de dertiende?

[Tot later!]

Peet - 1:25 - al 5 meningen

11 oktober 2006
ik was vergeten


OlafKaf.jpg

Vandaag was ik voorrijmoeder.
In het kader van de kinderboekenweek was een voorstelling in de plaatselijke bibliotheek en dat betekent in praktische zin dat een kleuterorkaan van A naar B moet worden vervoerd.
Ik houd erg van kindervoorstellingen en grijp dit soort dingen dan ook met liefde aan.
Weet ik ook een keer wat er op school is gebeurd.

Nou is het niveau van kindervoorstellingen nogal af/wisselend.
In de ruimte bovenin de bibliotheek stond een drumstel opgesteld en dat is nu eenmaal niet per definitie een garantie voor een spetterend kinderpopconcert.
En het viel reuze mee.
Wat een leuk bandje en wat een sympathieke liedjes.
Ondertussen zit ik dan te peinzen en te piekeren: wie zijn dit?
Ik kwam niet veel verder dan Cowboy Billie Boem maar die waren het niet.
Ik meende een Nijmeegse tongval te bespeuren maar dat hielp ook niet echt.
Na afloop kreeg ik een kaart in handen geduwd:
‘Het Dierenbal’ van Kleintje Kaf.

Kaf...Kaf...Kaf.. 'Het Kaf', natuurlijk. Zij namen bijvoorbeeld ooit een hymne op als ode aan het favoriete Nijmeegse café, het paleis.
Driehonderdduizend herinneringen waren mijn deel en schoten op slag ongeorganiseerd door mijn hoofd.
Ik kreeg er bijna een beetje heimwee van.

[luister: ‘Het Paleis’]


[Als we vrijdag na Bruce Springsteen te Nijmegen gestrand zijn in ieder geval daar één biertje. Of twee. Doorslaan!]

Peet - 2:55 - al 8 meningen

10 oktober 2006
kabeltje

Wie zei daar dat vrouwen niet technisch zijn?
Zie hier de uitzondering op de spreekwoordelijke regel. Ik ben best technisch. Ik kan een hoop op dat gebied.
Het is alleen dat ik er niet zoveel zin in heb. Wel in de verandering en verbetering maar niet in gebruiksaanwijzingen en handleidingen.

Maar als je gewoon een beetje in het wilde weg doet kom je ook een heel eind. Ik leer het best wanneer ik doe. En logisch nadenken natuurlijk, logisch nadenken.
Uiteindelijk werkt het dan en is bereikt wat te bereiken viel. Hosanna.

Tijdje geleden vond ik dat een nieuw internet/bel-gebeuren wel op zijn plaats was. De hele wereld weet al dat een KPN-abonnement en een internetverbinding helemaal niet zo duur hoeven te zijn, ik ook.
Maar er is ook iets in me dat dan begint te roepen dat het toevallig wel allemaal werkt en dat daar ook een prijskaartje aan mag hangen. Ook zo sneu voor de KPN anders, die hebben het al zo zwaar.
Het volgende moment roept de duivel in mijn hoofd dan dat het terecht is dat de KPN het zo zwaar heeft. De afzetters. Plots ben ik dan niet meer Oost-Indisch slechthorend voor de aanbiedingen die om dezelfde oren vliegen.

En dan krijg je een pakket in huis. Waarschuwing: niet meteen aansluiten, werkt pas met ingang van negen oktober. In dit geval betekende dat een week uitstel van executie.
Tijd genoeg om geïrriteerd te raken want je wordt wel onder druk gezet zo.
'Als je op negen oktober niet doet wat wij zeggen, haha, dan ben je afgesloten van de buitenwereld.'

Gisteren, hebben we het over.
Als volleerd modem/telefoon/splitter-ombouwer ging ik te werk. Fluitje van een cent.
‘Hardware niet gevonden’ zei de computer.
Doos nog een keer op de kop gezet, geen cd-rommetje met hardware-software, Ka-Uu-Tee.
Overigens is het werkelijk bewonderenswaardig *klopt zichzelf op de schouder* hoeveel geduld ik dan tentoon spreid. Weerzinwekkend, werkelijk.
Ik bebladerde het boekje en las de volledige handleiding van Multimedea Modem DV-201AMR door als ware het een spannend boek.
Het hielp niets. Einde was open en bleef open.

Dat ik hier nu toch weer ben?
Nou. Er zat nog een boekje bij, met plaatjes van alle ingrediënten uit de grote doos.
Ineens zag ik het:

kabeltje.jpg


Ja!
Het wordt tijd dat er zich eens een vrouw met die dingen gaat bemoeien. Die laat het meteen helemaal weg! Uit zicht!
Ik trok het kabeltje uit modem en computer en voila, verbinding.
Fijn he?

Peet - 2:13 - al 15 meningen

7 oktober 2006
pantytijd

Ik ben fan van de HEMA. Ik verbeeld me dat de HEMA ook fan van mij is want ze leveren op alle vlak wat mij pleziert.
Met de ‘r’ in de maand en de kou in de lucht begint de herfst pas echt en ook in de klerenkast.
Om de aap even vlot uit de mouw te laten komen:
ik hou erg van de panty’s van de HEMA.
Vooral die met motief. Haha, panty’s met een motief.
‘Wat was uw motief precies, panty?’
Je kunt ze natuurlijk over je hoofd trekken en een bank beroven maar zo duur is de HEMA nou ook weer niet.
Ruiten en strepen in de meest onmogelijke kleuren, prachtig, heus.

Ik hou ook erg van blote benen in de zon maar geloof me [mannen], het is een heel gedoe om de boel een beetje op kleur en glad gewaxt te houden
Met iets dat strak om lijf en leden zit voelt de vrouw zich gewoon net wat sneller vrouwelijk. Deze vrouw, for that matter of.

En ik was er dit jaar op tijd bij.
Dat luistert nogal nauw bij panty’s.
Is het schap met maat 38 weer leeg, ben je veroordeeld tot megamaten of net te kleine.
Voelt het vrouwmens zich echt een stuk minder vrouwelijk want wordt de hele dag gehezen en getrokken en geplukt.
Nu hingen ze er nog allemaal in mijn maat.
Nu heb ik ze allemaal gekocht. Met strepen, stippels en ruiten.

Vanochtend trok ik de eerste aan, gadegeslagen door twee paar blauwe stuiters.
Merlijn vond er niks handigs of vrouwelijks aan, dat zag ik meteen.
Hij zweeg braaf. Tobias niet.
Die stak zijn bewondering niet onder bed, stoelen of banken.
‘Wat heb jij een lange sokken’, zei Tobias.

Daar kon ik het mee doen.

Peet - 3:16 - al 9 meningen

6 oktober 2006
allemaal beestjes

Komt dat even goed uit in de kinderboekenweek.
Toon Tellegen. Een klassieker.

de eekhoorn en de mier

"Ik moet op reis, eekhoorn", zei de mier op een ochtend.
Zij zaten op de tak voor de deur van de eekhoorn.
De eekhoorn was nog maar net wakker en geeuwde nog.
"En je moet niet vragen of het echt moet", zei de mier, "want het moet."
"Maar dat vraag ik helemaal niet", zei de eekhoorn.
"Nee, maar je stond wel op het punt om dat te vragen, wees maar eerlijk."
De eekhoorn zweeg.
"Het minste wat we kunnen doen", zei de mier, "is op een kalme manier afscheid nemen."
"Ja", zei de eekhoorn.
"Dus niet met gejammer en tranen en wat zal ik je missen en kom gauw terug en zo - daar heb ik toch zo"n hekel aan, eekhoorn, als je dat eens wist…"
De eekhoorn knikte.
"Als jij nou in de deuropening gaat staan…", zei de mier.
De eekhoorn ging in de deuropening staan.
De mier gaf hem een hand en zei: "Nou, eekhoorn, tot ziens dan."
"Dag mier", zei de eekhoorn. "Goede reis."
Maar de mier was niet tevreden over het afscheid en bleef staan.
"Die brok in je keel, eekhoorn", zei hij, "die hoorde ik wel!"
Ze probeerden het opnieuw en nu zei de mier dat hij een traan zag blinken in het oog van de eekhoorn en vond hij 'Goede reis' niet goed.
"Je vindt het erg, eekhoorn, je vindt het heel erg, ik zie het wel!"
De eekhoorn zweeg.
"Doe toch kalm!", riep de mier.
Ze probeerden het nog een keer met 'Beste reis', en een keer zonder woorden, zonder elkaar aan te kijken. De eekhoorn deed zo kalm als hij nog nooit had gedaan. Maar de mier vond het niet goed.
"Zo kan ik niet op reis gaan", zei hij verongelijkt. "Terwijl het in feite moet. Echt moet!"
"Ja", zei de eekhoorn.
Daarna zwegen zij en zaten in het licht van de opkomende zon op de tak voor de deur van de eekhoorn. Het bos rook naar dennenhout en in de verte zong de lijster.

[uit: Bijna iedereen kon omvallen - Toon Tellegen]

Peet - 7:49 - al 1 meningen

4 oktober 2006
snipperen


snipper.jpg

‘Even afkloppen maar we zijn nog helemaal niet in de nieuwe huisartsenpost geweest’ constateerde ik ergens in het midden van de vorige week.
En ik klopte braaf af.
Dat schijnt op ongelakt hout te moeten en dat heb je dan weer net niet voorhanden natuurlijk.
Dus togen wij afgelopen zaterdagochtend naar de vernieuwde post.
Met een acute oorontsteking. Niet dat ze daar veel aan doen, maar altijd fijn om het antibiotica-recept alvast in the pocket te hebben.

En je hebt heus niet voor alles een huisartsenpost nodig. Aldoende en onderweg leer je als moeder van alles op het gebied van huisnijverheid.
‘Ik heb papieren in mijn neus gestopt’ zei Tobias op het moment dat deze middag wat dreigde in te dutten.
Welja. Dat betekende vermoedelijk dat hij iets gedaan had met het stickertje waar hij al een tijdje mee zat te prutsen.

Met de boodschappen deed ik even de drogist aan en kocht een pincet.
We zijn uiteindelijk niet voor één gat te vangen.
Neusgat.

Natuurlijk mislukte de operatie. ‘Snuit eens’ zei ik en hij snoof. Wég papier.
Om half zeven zaten we wederom bij de huisartsenpost.
‘Dit is de laatste keer deze week’ sprak ik dreigend tot Tobias die inmiddels languit op de onderzoeksbank lag. De dienstdoende huisarts zocht op dat moment het vernieuwde pand af naar een pincet met een grijpertje.
‘Doe jij het gordijn om dit bed maar even dicht dan ga ik wel vast slapen’ zei Tobias opgewekt.

Zo een zware operatie werd het niet.
Fluitje van een cent als je maar het juiste materieel hebt.

‘Wil je de snipper nog bewaren?’ vroeg de arts.
‘Jazeker’ zei ik en klemde het kleinood tussen twee bankpasjes in mijn portemonnee.

[‘Leuk illustratiemateriaal voor op weblog’ dacht ik.]

Peet - 7:42 - al 9 meningen