Waarom hij niet gewoon met autootjes speelt? Geen idee...
Als ik net zo groot ben als James Blunt dan ga ik in een theater wonen en dan ga ik ook voor júllie zingen!
[aldus Merlijn, hedenavond]
Er zijn plaatsen waar je nog niet dood gevonden wilt worden.
Eigenlijk wil ik helemaal nergens dood gevonden worden. Misschien over een jaar of vijftig, gewoon in mijn bed maar verder liever niet.
Soms moet je er toch onwillekeurig even aan denken.
Gistermiddag bijvoorbeeld willekeurig toen we de straat van het Hilton Hotel inwandelden: daar lag een denkbeeldige Klaas Bruinsma plots weer op het stoepje en Herman Brood op het platdak.
Wij moesten in de kelder wezen. Toomler.
H. en ik schoven aan tafel bij broer en schoonzus en bestelden fluks diverse vormen van alcoholica. ‘Doe maar meteen een fles’ sprak ik praktisch.
Best fijn dat je tijdens een voorstelling mag bestellen maar het leidt zo af.
En of het nou de geest uit diezelfde fles was of het eerste glas wijn: ‘daar zullen we GodZelf hebben' hoorde ik mij zeggen.
Ja, ik schrok er ook van. Het is uiteindelijk nooit helemaal duidelijk wanneer het je tijd is, we hadden de plek niet mee op dit gebied en dan moet je toch maar afwachten wanneer ze je komen halen.
Ik heb nooit in god geloofd maar soms maak je graag een uitzondering.
‘Neem me maar mee’ wilde ik zeggen. Dat deed ik natuurlijk niet, zo ben ik niet, bovendien had hij zijn vrouw bij zich.
Wij maakten wat plaats, dat doe je dan weer wel, opdat Huub van der Lubbe aan het tafeltje naast ons kon schuiven.
Nou ja. Op zich maakte dat allemaal niet zo veel uit.
Wij kwamen voor Lohues.
‘Mooie liedjes’ is de noemer waaronder Toomler middagen als deze organiseert en die heeft Lohues, die mooie liedjes.
De allereerste keer dat ik speulde
met ‘n band
Augustus ‘86, in een gruune
landmachttent
Electrische gitaren, Marlboro en wien
Van die goedkope vruchtenwien,
wee’j wel?
Je hadden ons moeten zien
Der kwamen mensen kieken,
mar der was voetbal op(...)
‘Jajaja dat ja’ gesticuleerde Huub aan de tafel naast ons.
En even daarna ‘Oh, ja, oh, dat is ‘Window of my eyes’!’ waarna inderdaad het lied in een Drentse vertaling volgde. Ik knikte instemmend. Het beeld van Herman Brood op dat platte dak was ik inmiddels kwijt.
Ik ging mee in de liedjes.
En nou weet ik wel dat het publiek hierin geen rol van formaat hoeft te spelen, het scheelt wel, de beroemde slok op de… ehm, het glas wijn.
Heel Toomler werd onbevooroordeeld meegezogen in het gepresenteerde.
En terecht.
Onlangs zag ik de complete theatervoorstelling met voor een deel dezelfde liedjes. Aan elkaar gebreid met veel tekst waarvan ik links en rechts al net genoeg gehoord had.
Laat ik vooropstellen dat dat toen om allerlei dubieuze redenen toch al niet helemaal mijn avond was.
Maar daar zag ik ook heel veel publiek. Waaronder een aantal mensen dat eigenlijk vindt dat ze daar zelf op dat podium hadden moeten zitten.
Zulk soort publiek geniet niet en geeft niet echt mee.
Het zou niet moeten mogen maar het gebeurt en beïnvloedt enorm.
Meneer van der Lubbe weet heus wel hoe het op dat podium is.
Geef mij vaker zo een buurman.
Ik zag hem genieten. En dat deed ik ook.
Ergens moest ik bijna huilen.
Weet ik veel waarom.
Waarschijnlijk om alles bij elkaar.
Dacht ik later.
[En hoorde ik God vaderlijk zeggen dat het goed was.]
Onze buurvrouw stond vooraan bij het uitdelen.
Ik weet niet of dat een algemeen geaccepteerde uitdrukking is, vul anders maar wat in.
Ikzelf stond ergens achteraan.
Eigenlijk ben ik altijd te laat als er wat weggegeven wordt maar ik heb wel eens aan het fenomeen mogen ruiken. Twee keer maar liefst, paar dagen na beide bevallingen.
Nou is stuwing niet helemaal representatief voor het gegeven maar zo op het oog voelde ik enige verwantschap met Lolo Ferrari. Ik kende toen onze buurvrouw namelijk nog niet. Niet zo.
Aangezien ik me tegenwoordig volledig overgeef aan girlstalk weet ik inmiddels ook dat de flinke bos hout voor de deur helemaal niet zo praktisch is, altijd. Neem bijvoorbeeld het feit dat iedereen zich tegenwoordig maar bezighoudt met hardlopen.
Deze week zat ik met drie vrouwelijke collega’s te lunchen en kwam het onderwerp hardlopen ter sprake. Onmiddellijk was men in een vergelijkend warenonderzoek omtrent sportbh’s gewikkeld. Kon ik niet over meepraten natuurlijk, in de eerste plaats omdat ik die niet nodig heb en nog belangrijker: ik ben niet zo van de sport. Laat staan van het hardlopen, een bezigheid die ik heb opgegeven sinds ik mijn rijbewijs heb behaald en geen treinen meer hoef te halen.
Onze buurvrouw loopt ook niet hard. Die ligt de laatste tijd graag op een stretcher in de tuin, toploos.
Misschien doet ze dat al jaren maar mij valt het niet zo op.
Dat zijn de momenten dat je geconfronteerd wordt met het mannenhuishouden.
Tobias en Merlijn maken graag een praatje door het hek.
Waar de mannen zich voorheen nog incidenteel al babbelend in de afrastering wierpen leken ze de afgelopen warme dagen met stomheid geslagen.
‘Wat zijn jullie aan het doen’ informeerde ik naar de openvallende monden.
‘Wij kijken gewoon even naar die tuin’ kreeg ik dan terug.
Heden gooide men er nog een schepje bovenop:
‘Komen jullie een boterham eten?’
‘Nee, wij moeten naar J. kijken.’
En ondertussen vergaapten ze zich schaamteloos verder.
‘Laten we het maar op houden dat dit nog geen kwaad kan bij vier jaar en jonger’ zei ik wat besmuikt tegen J.
Buuf J. grinnikte maar wat.
Gelukkig werd hier vandaag een wingerd bezorgd die de boel in mum van tijd dicht zal doen groeien.
Ik word er namelijk inmiddels wat nerveus van.
Van die borsten.
[één glas later]
Potdomme,
ik vind zoete witte wijn écht niet lekker.
[nog drie glazen te gaan]
Ik heb best veel verstand van vriendjes.
Ervaringsdeskundig als ik ben.
Als ik zo op een willekeurige donderdagochtend eens terug kijk zie ik zelfs een grote gemene deler. Negen van de tien vind ik nog steeds aardig, vriendelijk en lief.
Percentueel ben ik daar tevreden over.
Nou had ik gehoopt dat iets van die intuïtie genetisch bepaald en bepalend is.
Helaas. Merlijns eerste echte vriendje is een krieltje van net vijf dat zich het liefst verkleedt in een supermanpak.
Ook heeft hij een vechtstok.
Daarmee gaat hij iedereen dood maken.
Ik vrees dat Merlijn dit in al zijn naïviteit en zachtaardigheid wel een veilig idee vindt.
Voor dat soort intuïtie valt natuurlijk ook iets te zeggen.
Je doet er in ieder geval niks aan.
Huh-huh.
There are some things you can't cover up
With lipstick and powder
Thought I heard you mention my name
Can't you talk any louder
[girls talk-dave edmunds]
Gisteravond maakte ik de ondertitel hierboven waar.
Er viel ook wel wat te dansen, heus wel, maar zo een Rabotheaterzaal is daar niet echt op berekend.
Ik stel me voor dat zigeunerinnen vrij wild met hun heupen wiegen en met hun armen zwaaien en daarvoor stond ik teveel schouder aan schouder met een zwangere vrouw.
Respect hiervoor en vandaar.
Maar na afloop rookte ik. Als een zeerover.
Vervolgens stuurde ik in keurig rechte lijn op huis aan.
[Van mij hoeven ze geen vierbaansweg naar Hengelo aan te leggen hoor. Ik zou niet weten waarom. Laten ze daar eerst hun bewegwijzering maar eens op orde brengen, dan praten we verder.]
En vanochtend gingen mijn ogen niet meer open.
Kan mezelf voorhouden dat het een hooikoortswee is en dat ik te strak het tegemoetkomend verkeer in de gaten moest houden op de terugreis,
Maar mijn hoofd is ook met watten gevuld.
‘Ik werd wakker met een knallende koppijn’ kloeg S. deze ochtend aan de telefoon.
Wij constateerden gezamenlijk dat wij ons als zeerovers hadden gedragen.
Dr Phil, move over!
Oprah, get on yer bike and clear off!
Dat dóén wij rookpiraten in passende theatercafésettings.
Verder niks om trots op te zijn.
Slechts de constatering.
En als ik mijn ogen dichthoud gaat het wel.
Was het niet de clown Bassie die te pas en te onpas van alles ‘aan de binnenkant van zijn ogen’ ging bekijken? Sjonge, wat een filosoof!
[En wat een goed idee eigenlijk eerst maar eens.]
Ik vraag me af hoe druk zo een bevrijdingsfestival zal wezen als het die ene viering in de vijf jaar betreft. Eigenlijk lijkt het er op dat heel Nederland er die andere vier jaren graag wat snipperuren voor inlevert. Of het feit dat studenten zelden studeren klopt. Of het werkloosheidspercentage is in Groningen nog hoger dan ik dacht.
Overigens.
Wanneer je op een bevrijdingsfestival met Henk Wijngaard geconfronteerd wordt.
En je kunt je net voor het refrein van ‘de vlam in de pijp’ uit de voeten maken.
Dan krijgt die hele term ‘bevrijding’ toch ineens een andere dimensie.
Oké, ik geef toe dat het vandaag een bijzonder fraaie dag was.
Zolang ik niet bij berkgeboomte in de buurt ben om te beginnen, het heet de tijd van het jaar: dan zie ik niet zoveel meer.
Heb je dat elk jaar Peet?
Ja, dat heb ik elk jaar.
Maar daar hebben ze toch pilletjes voor en tegen?
Ja, klopt.
Maar zo erg is het nou ook weer niet.
Ik beweeg me voort per auto met hooggesloten ramen, ik nies af en toe eens. Soit.
En in deze wijk is de berk een uitstervend exemplaar.
Waar ik vandaag meer last van had was de workshop die ik volgde.
Niet zozeer inhoudelijk als wel dat vreselijke zaaltje in dat achterhaalde Mercure-hotel.
Stelt u zich de tafelschikking even voor. Een vorm om U tegen te zeggen maar zo groot dat je in het midden een vertoning van Dancing with the Stars zou verwachten.
Weet ik verder niet zoveel van, ik heb horen fluisteren dat John de Wolf meedoet. En dat die helegaar niet kan dansen maar zo ongeloofwaardig charmant overkomt dat hij toch maar steeds mag blijven.
Leuk voor hem.
En ook leuk voor die man die de tronie van John de Wolf op zijn rug of borst liet tatoeëren.
Dat zag er al niet uit maar dan loop je ook nog permanent voor joker met een uitgerangeerde voetballer op je lijf. Voor die man hoop ik dat John wint. En dat hij dan ook weer een beetje trots is op John. En op zijn rug of buik zeg maar.
[Klik, heus te lelijk om deez'log te ontsieren]
Wij kregen geen dansende John de Wolf, wij workshopten of ons leven er vanaf hing.
In feite was dat ook wel een beetje zo, het ging namelijk over pensioenwetgeving en het wordt er allemaal niet echt beter op, dames en heren. Gelukkig mogen we nog héél veel jaren werken onder nog zeker een kabinet of zes. En die zes kabinetten mogen dan steeds weer nieuwe plannetjes bedenken en laten mislukken dus we moesten er maar niet wakker van liggen.
Bij zo een workshop hoort altijd weer eenzelfde lunchbuffet en het moment dat je jezelf even de kans mag geven te ontdekken dat het echt heul mooi weer is.
We namen plaats op het terras.
Eén van de medeworkshoppers trok haar rok wat op en toonde haar benen.
Ineens zaten we in minstens zo een interessante workshop over het gebruik van de nieuwe Dove. Dove met een kleurtje.
Raar kleurtje hoor. Beetje wortelachtig en ik heb me laten vertellen dat het geen wortel is maar iets dat ook in druiven zit. De wijndruifstampers in Frankrijk kregen namelijk altijd heel mooi bruine benen van die druiven. En dat onderdeel zit ook in Dove-met-een-kleurtje.
Gezamenlijk constateerden wij dat je wel kan denken dat je witte benen hebt maar dat je, als je dan toch begint te smeren, je voeten niet moet vergeten.
Dat ziet er namelijk NIET uit. Vast niet voor niets dat die wijndruifstampers met hun voeten stampten en niet alleen met hun knieën, denk ik.
En als u me nu even wilt verexcuseren: ik moet op de zonnebank.
We wonnen dan wel de hoofdprijs in de pensioenworkshopquiz [moeluk, moeluk] maar door al dat gedoe loop ik wel een dag zon achter.
[Zo wordt het natuurlijk nooit iets met die honderd logjes.]
Ik zat net te bedenken dat ik best genoeg stof heb voor honderd logjes.
Zelfs dat ik ook wel weer eens iets daadwerkelijk zou kunnen schrijven.
Misschien nog wel vaker ook.
[Dit om mezelf te bewijzen dat het helemaal niet zo moeilijk is.]