22 mei 2006

de zoon van god

Er zijn plaatsen waar je nog niet dood gevonden wilt worden.
Eigenlijk wil ik helemaal nergens dood gevonden worden. Misschien over een jaar of vijftig, gewoon in mijn bed maar verder liever niet.
Soms moet je er toch onwillekeurig even aan denken.
Gistermiddag bijvoorbeeld willekeurig toen we de straat van het Hilton Hotel inwandelden: daar lag een denkbeeldige Klaas Bruinsma plots weer op het stoepje en Herman Brood op het platdak.
Wij moesten in de kelder wezen. Toomler.

H. en ik schoven aan tafel bij broer en schoonzus en bestelden fluks diverse vormen van alcoholica. ‘Doe maar meteen een fles’ sprak ik praktisch.
Best fijn dat je tijdens een voorstelling mag bestellen maar het leidt zo af.

En of het nou de geest uit diezelfde fles was of het eerste glas wijn: ‘daar zullen we GodZelf hebben' hoorde ik mij zeggen.
Ja, ik schrok er ook van. Het is uiteindelijk nooit helemaal duidelijk wanneer het je tijd is, we hadden de plek niet mee op dit gebied en dan moet je toch maar afwachten wanneer ze je komen halen.
Ik heb nooit in god geloofd maar soms maak je graag een uitzondering.
‘Neem me maar mee’ wilde ik zeggen. Dat deed ik natuurlijk niet, zo ben ik niet, bovendien had hij zijn vrouw bij zich.
Wij maakten wat plaats, dat doe je dan weer wel, opdat Huub van der Lubbe aan het tafeltje naast ons kon schuiven.

Nou ja. Op zich maakte dat allemaal niet zo veel uit.
Wij kwamen voor Lohues.
‘Mooie liedjes’ is de noemer waaronder Toomler middagen als deze organiseert en die heeft Lohues, die mooie liedjes.

lohuestoomler.JPG

[uit Annelie:]

De allereerste keer dat ik speulde
met ‘n band
Augustus ‘86, in een gruune
landmachttent
Electrische gitaren, Marlboro en wien
Van die goedkope vruchtenwien,
wee’j wel?
Je hadden ons moeten zien
Der kwamen mensen kieken,
mar der was voetbal op(...)

‘Jajaja dat ja’ gesticuleerde Huub aan de tafel naast ons.
En even daarna ‘Oh, ja, oh, dat is ‘Window of my eyes’!’ waarna inderdaad het lied in een Drentse vertaling volgde. Ik knikte instemmend. Het beeld van Herman Brood op dat platte dak was ik inmiddels kwijt.

Ik ging mee in de liedjes.
En nou weet ik wel dat het publiek hierin geen rol van formaat hoeft te spelen, het scheelt wel, de beroemde slok op de… ehm, het glas wijn.
Heel Toomler werd onbevooroordeeld meegezogen in het gepresenteerde.
En terecht.
Onlangs zag ik de complete theatervoorstelling met voor een deel dezelfde liedjes. Aan elkaar gebreid met veel tekst waarvan ik links en rechts al net genoeg gehoord had.
Laat ik vooropstellen dat dat toen om allerlei dubieuze redenen toch al niet helemaal mijn avond was.
Maar daar zag ik ook heel veel publiek. Waaronder een aantal mensen dat eigenlijk vindt dat ze daar zelf op dat podium hadden moeten zitten.
Zulk soort publiek geniet niet en geeft niet echt mee.
Het zou niet moeten mogen maar het gebeurt en beïnvloedt enorm.

Meneer van der Lubbe weet heus wel hoe het op dat podium is.
Geef mij vaker zo een buurman.
Ik zag hem genieten. En dat deed ik ook.
Ergens moest ik bijna huilen.

Weet ik veel waarom.
Waarschijnlijk om alles bij elkaar.
Dacht ik later.

[En hoorde ik God vaderlijk zeggen dat het goed was.]

Peet - 10:55

er zijn 9 meningen over de zoon van god

Het was een goede middag. Een héle goede middag.

Steen - 22 mei 2006 11:46

Voelt als..het ultieme geluksgevoel(met bijbehorende pijn)!

H - 23 mei 2006 01:40

Mooi
zelf denk ik altijd aan God bij Mulisch, maar dat is meer omdat ik denk dat hij denkt dat hij God is;-)

zeppo - 23 mei 2006 08:41

Bofbips!

Kwebbel - 23 mei 2006 09:23

Peet, ik ken je niet, maar vind je weblog - 'k las net het stukje over Lohues in Toomler - érg goed geschreven.

JP - 23 mei 2006 10:58

ja da's dan fijn he...dat het helemaal is zoals het bedoeld is.......

paola - 23 mei 2006 11:06

Mooi!

Michelle - 23 mei 2006 11:13

Huub noemt zichzelf liever Huby: (ik pluk dit even van mijn log uit 2002)

"Hij herinnert zich hoe hij na een klassenfeest thuis languit op het vloertapijt naar zijn lievelingsplaat 'Groeten uit Grolloo' van Cuby & the Blizzards lag te luisteren. Zijn vader vroeg hem verbaasd wat hij daar deed. En of hij niet naar bed moest. 'Ik lig even naar Cuby te luisteren', zei hij. Naar de blues. Uit Drenthe. 'Niks negers uit het diepe zuiden van Amerika. Net zo raadselachtig maar zo dichtbij. Hondervijftig kilometer naar het oosten maakten ze deze muziek. Dit was geen Pele uit Brazilië of Alfredo di Stefano van Real Madrid. Dit was Arie den Oude van DWS die elke zondag scoorde. Het kon. Voortaan noemde ik mezelf Huby.'"

cockie - 24 mei 2006 08:47

wauw!

sarina - 26 mei 2006 09:13
jij ook een mening?









Gegevens onthouden?