30 oktober 2005
één uur

Wat ik krijg van dat mooie weer:
ik ga er vanuit dat het maar gewoon zo doorgaat. De herfst is ongemerkt al bijna voorbij, het voorjaar mag komen.
Zo denk ik erover.
Ter gelegenheid van de leeuwenbekjes die van pure vreugde al wéér beginnen te bloeien was het dit weekend hoog tijd voor een voorzichtige voorjaarsschoonmaak.
Hogedrukreiniger over de tuinklinkers, de leefbank volledig afgesopt en waar mogelijk door de wasmachine. [Kan dat? Weet ik ook niet, gewoon doen, op snel dertig-graden-program. Holadijee, de frisheid van limoenen.]
Het bos is ook niet onaardig maar aan de volle parkeerplaatsen daar te zien erg voor-de-hand-liggend. Dat kan morgen wel weer.
Links en rechts wat in andermans tuinen zitten is ook fijn met dit weer.
En dat allemaal in het weekend dat een uur langer duurt dan het vorige weekend.
Een heel uur erbij, gratis & voor niets.

Zo één extra uur, dat belooft altijd maar meer dan het in feite is.
Ikzelf kan me de keren herinneren dat ik wakker bleef om bijvoorbeeld te kijken of de computerklok wel mee zou gaan op het moment supreme.
Dat gebeurt dan feilloos, precies op het juiste moment dus om 03:00. Hupsakee 02:00.
Kijk en dán is het extra uurtje de volgende dag heel aangenaam.
Maar kinderen snappen er niks van. Dan zet je je wekker ’s avonds al fijn terug opdat je ’s ochtends meteen weet hoe laat het is, huh-huh.
Geloof me maar: dan is het ’s ochtends gewoon een uur vroeger dan het voorheen was.
Joost mag weten waar die nieuwe zestig minuten ineens gebleven zijn.

Ja. Denk daar maar eens over na.
Ik kan er niet over uit.

Peet - 9:19 - al 3 meningen

27 oktober 2005
licht en smaakvol

Vandaag zat er een grote envelop van Bol.com in de brievenbus.
Binnen Huize Peet ben ik doorgaans degene van de internetbestellingen, dus als ik van niets weet ben ik op zijn minst verrast. ‘Heb JIJ iets besteld’ vroeg ik aan H.
Dat was helemaal niet zo een heel rare opmerking want zijn naam stond boven het adres.
Maar ook H. was verrast.
Hij trok de envelop open en zijn ogen kregen formaat schoteltje.
‘Huh?’ zei hij. ‘Sdatnou?’ murmelde hij ook.

soep.jpg

‘zalige soepen,
licht en smaakvol voor
creatief koken’


Ja.
Dat krijg je dan ook weer van zo'n weblog.
Hehehe.

[Dank je wel E. , ik zie alle beloofde experimenten zo ineens wat zonniger in.
Zelfs het weer werkt mee!]

Peet - 2:42 - al 6 meningen

25 oktober 2005
serendips.org

Stel je voor.
Je begint op zekere dag met een weblog. [Ik heb het over mezelf.]
Ondanks de tomeloze populariteit van het fenomeen ging ik niet over één nacht ijs.
Ik vond het namelijk nogal … eh… wat.
Toen ik begon las ik met veel plezier al lang log. [Dat is een soort werkwoord, loglezen.]
Niet vanuit de illusie dat ik het zelf beter kon. Misschien was het wel zo dat ik vond dat ik voor al dat lezen wel eens wat terug mocht doen. Of iets soortgelijk hoogdravends.
Ik weet het ook niet meer.
Stel je voor.
De mensen die je leest. [Ook dit is een werkwoord: van ‘ik lees jou’ en ‘jij leest mij’.]
Een aantal kende ik al of ken ik ondertussen. De rest woont in de ruimte waar ik ze lees, dat is ook dichtbij.
Stel je voor.
Je leest dat ze op vakantie gaat en wie de katten nou eten moet gaan geven.
Ik dacht daar eens even over na, sloeg het andere been over het ene en verstuurde: ‘Ik?’.

Ah welja. Een uur of zes rijden, dat kan best.
Mail vloog over en weer en volgende week gaat het gebeuren. Dan wordt de oppas van de eerste week afgelost in een huis dat ik alleen van foto’s ken. In een omgeving die ik alleen virtueel ken. Zal ik op een stoel zitten waar Irene normaalgesproken haar verhalen schrijft.
Een onderarmdikke handleiding zal klaarliggen bij gebrek aan verdere overdracht.
Morgen vertrekken zij namelijk al om in de eerste week van afwezigheid plaats te maken voor het Ongevraagd Adviesbureau.

Zou er nog iets zijn dat ik dringend moet weten?
Ik kan het nog snel vragen. Iets.
[Maar wat?]

Peet - 9:07 - al 6 meningen

23 oktober 2005
the soup whisperer

'Kunst is net als koken
Je flikkert maar wat in de pan
Als je koken kan'

Ik heb mijn lief niet uitgekozen op zijn Michelinster.
Wie doet dat wel, kun je je dan afvragen. En toch zou het niet eens zo'n slechte openingszin zijn: 'Kun jij koken?'
Mijzelf valt meestal een 'ken ik jou niet ergens van' te beurt en dan nog oprecht gemeend ook.
Ik lijk namelijk altijd op alles en iedereen maar ik ben het nooit. Terwijl ik toch best aardig ben, maar dat is een ander verhaal.

Mijn lief verkeert in de omstandigheid dat hij wel eens buiten de huiselijke kring voor mensen moet koken. Logisch want zou het binnen de huiselijke kring zijn dan zou ik toch wel de aangewezen persoon zijn. In de eerste plaats omdat ik koken best leuk vind [vereiste 1] en ook niet onbelangrijk: ik kan best wat op dat gebied.
Vanochtend had ik hem aan de telefoon. Hoe je soep moet maken.
Nou moet ik eerlijk toegeven dat ik niet zo'n soepmaker ben maar gelukkig was ik bij mijn moeder en dat zijn toch vaak de betere soepmakers. Hij kreeg een vrij duidelijke instructie en daarbij de boodschap dat soep eigenlijk niet zo snel mislukt. Soep maak je gewoon van wat je voorhanden hebt, zo sprak mijn moeder.
Vanmiddag kwam hij thuis en ik merkte het aan alles, hij was wat zorgelijk over het eindproduct.
Later vertelde zijn moeder haar geheim. Na de getrokken bouillon de soepgroente en een handje vermicelli toevoegen, vervolgens onmiddelijk het vuur onder de pan doven. De soep even laten staan, eventueel wat extra verwarmen en dan opdienen.
'Ohoho' zuchtte H., 'ik heb de boel een tijdje door laten koken en ik had twee pakken vermicelli toegevoegd, soep was wel een beetje dik...'

Vanavond werd het volgende schrijven op ons huisadres bezorgd:

Geachte heer T.,

Hierbij wil ik u bedanken voor de overheerlijke groentensoep die we heden met onze vork mochten nuttigen.
Vanwege het geringe succes dat de soep had bij de cliënten kan ik u garanderen dat u niet meer in de provisiekast mag komen om vermicelli te pakken.

Mocht u niet meer weten hoe vermicelli eruit ziet sturen we u een proefpakket toe, zodat u deze kunt bestuderen.
Gelieve ook dit proefpakket thuis te laten.

Tevens willen we u mededelen dat we nu ook begrijpen waarom uw kinderen zo hard groeien, als u ook thuis de soep op deze manier maakt.
Maar we willen u ook danken voor het feit dat u ons duidelijk een tip hebt gegeven om af te vallen op korte termijn. Zelfs de grootste eters hadden aan één kop soep voldoende.

Met vriendelijke groet

Dat kwam hard aan.
H. heeft zich derhalve stellig voorgenomen te gaan oefenen.
Ik verheug me nu al mateloos.

[Ter compensatie voor het te verwachten leed is het maar goed dat hij zo'n goddelijk lijf heeft. Sssst!]

Peet - 11:13 - al 11 meningen

22 oktober 2005
knuffelhond

Ja, het is me wat met dat vallende natte blad.
Het leven gaat door en dat vind ik wel iets om even bij stil te staan.
Ik vind altijd wel iets om even bij stil te staan.

Ik heb me er zelf ook wel eens aan bezondigd.
Niet iets heel ernstigs maar toch: als er ergens een baby geboren is een knuffelbeest kopen als kraamkadootje.
Overigens zag ik de ernst van de situatie pas in toen ik zelf een kind kreeg. Dat kind kreeg heel veel knuffelbeesten terwijl algemeen bekend is dat een kind slechts één favo-knuffel heeft en de rest dus in de weg ligt. Hebben we het nog niet gehad over lieden die op de kermis een keer gek doen en dan zo’n mega-teletubbie, pokemon of een varken in een hell’s angel-outfit winnen en die dan op een dag afstaan aan een enthousiast kind. Hiero.
Op zolder staan twee vuilniszakken met knuffels. Daar heb je een zolder voor uiteindelijk, toch een soort tussenstation op de weg naar nooit meer terugkomen-de grijze container.

Vanochtend was De Familie Peet een beetje in haast. Er zijn van die dingen waarbij je liever niet te laat komt en vóór dat tijdstip moesten eerst de kinderen ondergebracht.
Natuurlijk werken die dan tegen. Nooit als je alle tijd hebt, alleen in haast.
Zo had Tobias ergens een knuffel opgedoken. Hij was niet bereid deze even los te laten om zijn armen in de mouwen van zijn jas te steken.
Van die dingen.
‘Kijk nou eens wat hij in z’n handen heeft!’ ontdekte ik ineens.
H. bekeek de knuffelhond waar nog nooit naar was omgekeken en die vanuit het niets ineens was verschenen.
Merlijn kreeg ‘em na zijn geboorte, bijna vier jaar geleden.
Namens het plaatselijke theater, uitgezocht door I. en nu is I. dood. We stonden op het punt naar de herdenkingsbijeenkomst in datzelfde theater te gaan.
Wat een raar toeval.

Natuurlijk was de bijeenkomst indrukwekkend. Van tevoren wist ik al niet waar dit allemaal goed voor was maar na afloop zag ik het nog minder. En met ons een paarhonderd mensen.
‘Het is wel eens minder druk geweest in deze zaal’, viel me tijdens het informele samenzijn na afloop op. Ik had duizend keer liever Huub van der Lubbe met Concordia weer op dat podium zien staan, in plaats van haar kist.
Om het daarna dan samen met haar uitgebreid over Huub te hebben.
Nog liever dat.

De knuffelhond mag voorlopig in de huiskamer staan.
Het is net of hij ineens een karakter heeft.

hond3.JPG
Peet - 9:11 - al 7 meningen

19 oktober 2005
kortsluiting

Ik wil het wel maar het wil maar niet uit mijn hoofd. ’s Nachts schrik ik wakker en het eerste wat ik bedenk is dat ik er nog wel ben. En dan begint het weer, het denken.
Deze vorm van rouw is een behoorlijk egoïstische. Dat weet ik ook wel maar wat kan ik anders? Zo’n meedogenloze manier om te ervaren hoe resoluut een einde kan zijn heb ik nog niet eerder meegemaakt.

Je kunt als mens overvallen worden door een nare ziekte met het verschil dat je zelf in ieder geval nog weet dat het je overkomt. Ook helemaal verkeerd maar het geeft een beetje ruimte.
Ongelukken zijn nare dingen maar enigszins te bevatten, een lichaam is uiteindelijk maar een kwetsbaar iets. Verkeerde tijd, verkeerde plaats.
Deze dood is als… ja als wat eigenlijk. Hoogverraad in de hersenen,
kortsluiting en donker.
De dood was het beste wat haar kon overkomen op dat laatste moment maar dat moment had niet dit moment moeten zijn.
Niet nu. Dat had veel later ook nog wel eens gekund.
Vijfentwintig jaar herinneringen waar geen nieuwe meer bij komen, aan dat idee moet ik erg wennen.
Dat is mijn verdriet maar valt in het niet bij dat van haar directe naasten.
Zij zijn het die alle sterkte verdienen.

Peet - 9:45 - al 8 meningen

18 oktober 2005
verdriet

Vanochtend op de radio toen ik de auto startte:

Wie legt me uit hoe alles werkt
Hoe groot het gat is tussen nu en nooit
En hoe het komt dat ik nu merk
Jij bent weg, maar dichterbij dan ooit

Vanochtend is ze overleden.

[tekst: Blof]

Peet - 4:07 - al 12 meningen

16 oktober 2005
leven & hoop

'is het vijf voor twaalf of net half zeven?
hoeveel uur heb ik nog of rest mij een kwartier?
hoelang mag ik doorgaan nog doorgaan met leven?
ik heb echt geen idee en ik grijp het plezier'

Het theater was via een schuifdeur verbonden met mijn middelbare school. Ik had niet zo heel veel met mijn middelbare school. Eigenlijk kwam ik er alleen [graag] voor de tekenlessen van G.
Niet dat ik over G. nou zo himmelhoch jauchzend enthousiast deed, ik was het wel. De rest van het lesprogramma is grootdeels aan me voorbij gegaan.
In pauzes en tussenuren glipte ik tussen de schuifdeuren door en was ik in het theater. Daar werkte ik me op tot programmaverkoper en afficheverspreider, dat alles in ruil voor gratis theaterbezoek.
Jarenlang een keer of drie per week.
Tussen de bedrijven door dronk ik er liters koffie en thee met I.
Zij werkte ‘echt’ in het theater, mijn gedroomde eindstation.

Op een gegeven moment ben ik verhuisd en werd het bezoek aan het oude theater wat minder frequent. Maar altijd vertrouwd en thuis.
Verhuisde ik weer terug en kwam het theater weer helderder in beeld. En vaak was zij daar. Of ze was bij mij thuis. Of ik bij haar.

Vrijdagavond was ze er niet.
‘Ik moet het je vertellen’, hoorde ik toen ik een kaartje voor de voorstelling aanschafte.
En ik hoorde wat I. vorige week is overkomen. Een hersenbloeding.
Ik hoorde ‘geen kans meer’ en ‘coma’.
Op dat moment stonden we allebei te huilen en wat hulpeloos tegen elkaar aan te snuiten.
‘Het spijt me’, zei hij alsof het slechte bericht door de boodschapper veroorzaakt was, ‘ik dacht dat je het moest weten.’
Natuurlijk moest ik dit weten. Maar dat betekent nog niet dat je iets wilt weten.
Zolang er leven is, is er hoop. Maar wat is leven?
Is kunstmatige ademhaling leven? Kunstmatige ademhaling is in ieder geval niet dood. Nog niet.

Leef toch je leven als het allerlaatste uur. Maar wat moet je dan doen? Naar huis gaan en op de bank gaan zitten huilen leek me niet zo’n oplossing.
‘Ik heb echt geen idee en grijp het plezier’ dacht ik. Ik wist dan wel niet waar ik het vandaan moest grijpen maar ik kon op z'n minst een poging doen.
Terwijl ik me naar de theaterbar begaf en een glas witte wijn bestelde hoorde ik overal om me heen ‘afschuwelijk’ en ‘vreselijk’.
Wanneer dronk ik voor het laatst witte wijn met haar? Gisteren toch?

Ik veegde de mascara van m’n wangen en draaide me om.
Daar stond voor het eerst in een jaar of twintig G., de tekenleraar.
‘Wie ben jij ook al weer?’ zei G.
‘Nah!’, zei ik.

Deze avond was in ieder geval nog niet om.

[tekst: 'Niemand weet hoe laat het is' - Youp van 't Hek]

Peet - 11:41 - al 4 meningen

15 oktober 2005
idols

'Je zat op de eerste rij he?'
'Ja, jaaa, jaaah!!!'


idolsss.JPG

Peet - 12:10 - al 7 meningen

13 oktober 2005
kwijt

November 2004 en ik kocht ze voor haar.
‘Hee Paool, wat ik nou heb gevonden: fluffy paarse kerstlampjes.’
Paool blij, buiten zinnen en kon niet wachten natuurlijk maar op het moment dat ik haar zag en ze plechtig wilde overhandigen waren ze spoorloos. Nergens!
De hele tent heb ik er voor op de kop gezet.
Tassen binnenstebuiten gekeerd, dozen omgedraaid, kasten uitgekamd: niets!

Vandaag zocht ik iets anders.
En u raadt het al, in het eerste het beste kastje op het eerste het beste stapeltje tijdschriften. Voila. Daar stonden ze of ze nooit ergens anders gestaan hadden.

lampjes.JPG


Eigenlijk is het te treurig voor woorden want dat wat ik zocht heb ik natuurlijk nog niet gevonden. En nou moet ik naar de zolder.

Wee mij!

Peet - 6:42 - al 6 meningen

12 oktober 2005
hurray, hurray [its a holy-holiday]

Ik begon deze week de maandag te enthousiast.
Inmiddels is het woensdag en begrijp ik weer beter hoe de werkweek hoort te verlopen.
Maandag kalm aan, langzaam opbouwen tot eenzame hoogte op woensdag en dan weer langzaam afbouwen tot de magische vrijdagmiddag. Perpetuum mobilé.
Maandagochtend stond ik om negen uur des ochtends al te stampvoeten.
En ik stampvoette door tot vijf uur des middags.

Zelf denk ik dat dat komt door de caffeïne in de werkkoffie.
Sinds een vruchteloze stoppen-met-roken-poging in januari is de koffie in Huize Peet loodvrij.
Dat zou het stoppen makkelijker maken omdat [ik citeer nu de stoppen-met-roken-goeroe] ‘het gif dat caffeïne heet een energieboost veroorzaakt die onderdrukt dient te worden met de rustgevende sigaret die je vanaf vanavond niet meer rookt’.
Ik heb me vierenhalve maand verbeeld dat het inderdaad hielp en om dat [en een ander feest] te vieren stak ik toen een sigaret op.
Maar de caffeïnevrije koffie bleef. Caffeïnevrije koffie smaakt allang niet meer naar afwaswater, zo had ik ontdekt, waarbij ik zonder nog wel druk genoeg doe.

De eerste kop werkkoffie op maandagochtend slaat der halve immer in als een bom.
Adem in, adem uit.
Door alle opwinding en gestampvoet op maandag verloor ik dinsdagochtend rond een uur of elf het dopje van een hak. Vrouwen zullen nu meteen meelevend knikken dat dat heel vervelend is. Wat overblijft is namelijk een venijnig spijkertje. Daar gaat je stampvoet en stevige pas.
Een asymmetrisch klikklakpatroon valt je ten deel en niet alleen jou: neen, de hele wereld schrikt ervan. Ik sprong van tapijtstrook naar tapijtstrook om mijn medemens te beschermen voor mijn broeiende innerlijk dat maar doorstampte in termen van Schande! Stom! Gedoe!

Vandaag moest ik dus andere laarzen aan en die stampvoetten niet zo fijn terwijl de behoefte er wederom was.

Morgen heb ik een vrije dag.
Ik hoop dat ik een brief krijg van mijn werkgever:
‘Op non-actief gesteld wegens oververhitting, stilettohakdeffect en caffeïnevergiftiging. Rust maar even fijn uit.’
En dan in een ‘p.s.’ het adres van de dichtstbijzijnde schoenmaker.

Nog drie weken en dan heb ik echt vakantie.
Hoogste tijd, wat ik u brom.

Peet - 10:24 - al 5 meningen

10 oktober 2005
imaginair vriendje

Oh, this is the start of something good
Don't you agree?
I haven't felt like this in so many moons
You know what I mean?
And we can build through this destruction
As we are standing on our feet

...
Enzovoorts.
Ik wist ook niet wie het was die dat zong. En dat terwijl ik mijn uiterste best deed om de naam van de zanger op te vangen via de autoradio. Het zit niet altijd mee in dat soort onderzoek. Dood aan de discjockey die te beroerd is om na afloop van een liedje even te vertellen wie het was, die zanger. Liefst gespeld want ik bleef maar op zoek naar een 'Kevin' die niet bestond.
Gavin DeGraw, alstublieft.

Soms zie ik mezelf wel eens zitten in de auto, rijp voor opname.
Is niet zo hoor, ik red me wel, maar mensen die in zichzelf praten zijn verdacht. Vind ik zelf zelfs, nog maar net gewend aan het bestaan van mobiele telefonie.
Als ik iemand in zichzelf hoor praten en ik denk dat de tekst misschien wel voor mij bedoeld is roep ik niet meer meteen 'waddeh?' maar check in één oogopslag of er misschien ergens een telefoon in het spel is.
Tegen inzichzelfpraters kun je je verder niet beschermen en toch: als je het zelf ook doet heb je begrip voor de situatie.
Dat hebben ze nodig want ik voel me ook betrapt als ik net een volzin produceer en iemand aan de andere kant van het schap in de buurtsuper roept 'zegtu?'.

Het is een hij, denk ik en hij hoort me aan. Ik babbel maar wat en soms weet ik het nog als ik thuis ben. 's Avonds liefst. Soms blijft wat ik door de dag heen zoal allemaal bij elkaar bedenk nergens en met een beetje geluk komt er een logje uit.
Hebben jullie er ook wat aan he.
Of niets, ook goed.
En zal ik eens wat vertellen? Sinds een paar dagen praat hij terug. Bemoedigende taal als 'En waarom moet je altijd overal een reden voor hebben. Of alles willen begrijpen.'
Ik noem hem 'Herman' omdat ik denk dat hij zo heet,
mijn imaginaire vriendje.
Zonder leeftijd en zonder gezicht.
Herman in de zon op een terras, die krijgt mooie verhalen.

Veel mooier dan ik hier kan schrijven.

Peet - 11:35 - al 15 meningen

8 oktober 2005
malle pietje

Gisteravond had ik een eigenaardige gedachte. Misschien zelfs wel twee maar eerst deze even.
Ik bedacht, zo maar vanuit het niets, dat ik baby’s eigenlijk niet zo leuk vind.
Raar he? Maar het ging nog verder: andermans baby vind ik altijd wel leuk. Mijn eigen niet. De baby op zich wel, maar Peet en ‘het gegeven baby’ was geen one size fits all. Ik bedacht namelijk dat ik communicatie erg op prijs stel en dat de communicatie met een baby nogal beperkt is. Ook dat vind ik niet erg als het om andermans baby’s gaat maar in het geval van mijn eigen vond ik dat een, wat zal’k zeggen, mindere fase.
Ik heb ook niks met goudvissen. Dat is een beetje hetzelfde verhaal.
Je voert ze, verschoont ze, kijkt er eens naar. Okee, met een goudvis knuffelt het wat minder maar daar hebben we dan als het moet weer honden voor, of elkaar.
Het leukste aan baby’s vond en vind ik dat ze groter worden.
Ze gaan bewegen, lopen, vallen steeds wat minder. Ze proberen iets duidelijk te maken en op een gegeven moment wat te vertellen en dan wordt het grappig.

Dat soort dingen moet je helemaal niet denken. Dat soort gedachten slaan namelijk al heel snel meedogenloos terug.

Vanochtend heel vroeg ging de voordeurbel.
Ik hoorde H. naar beneden stommelen. Dat regel ik best goed ’s ochtends: ik roep ‘oh jee, de bel, ga jij even?!’ [por en duw] en voor H. weet waar het over gaat is hij al onderweg.
Wie hier op zaterdagochtend om acht uur belt kan maar beter geen schoorsteenveger zijn en mij tegen komen uiteindelijk.

Beneden aangekomen zei hij ‘OOOH NEE!’, zo hoorde ik.
Dat kon ook van alles betekenen. Iemand was over onze auto heengereden. De schuur was afgebrand. De schutting omgevallen.
‘We zijn verzekerd’, draaide ik me tevreden nog een keer om.

H. kwam weer boven en ik deed één oog open. ‘Wat was er?’ geeuwde ik ongeïnteresseerd en op dat moment zag ik dat hij Tobias op de arm had.
‘Hij werd net gebracht door een man van een eindje verderop, hij zat in de speeltuin’ zei H.
Toen was ik ineens erg wakker.
De kleine man was het huis uitgeslopen! In z’n pyama met slaapzak eroverheen.
‘Waar ben je geweest????’ vroeg ik terwijl ik hem uit zijn bemodderde slaapzak pelde.
‘Op de glijbaan en op de wipeend’, vertelde hij trots.

‘Tobias… ik vond jou als baby een stuk overzichtelijker’ meldde ik hem ongevraagd.
‘Ik ben niet Tobias, ik ben Malle Pietje’ zei Malle Pietje.

[De bezorgdienst heb ik toen ik van de schrik bekomen was een bos bloemen gebracht.
Namens Malle Pietje de rest van de feestcommissie.]

Peet - 9:02 - al 19 meningen

7 oktober 2005
soapspenders anonymous

We hebben een stagiaire.
En nog een verschrikkelijk kek exemplaar ook.
We hadden wel eerder stagiairs en zoals u ziet is dat de mannelijke vorm. Daar was niks keks aan. Ze aten nooit thuis want dan moesten ze afwassen, zulke types.
En dat werkt door op de werkvloer natuurlijk dus lange tijd mocht er niemand die voor niks iets wilde leren binnenkomen. Dat ze eerst maar koffie leerden zetten en dan niet bij ons. Klaar ermee.
Maar ineens was daar toch weer een stagiaire. Een vrouwelijke.
Een meisje wil ik het niet noemen maar qua frisheid is ze dat wel. Verder is alles aan haar vrouwelijk. Type ‘een-aardappelzak-staat-haar-nog-goed’.
Ik doe bij vlagen ook wel een beetje mijn best maar om te beginnen ben ik honderd kilo zwaarder en naast haar gewoon een slons.
En ze is natuurlijk nog vriendelijk en leergierig ook waarbij ze links en rechts eens met een kop koffie komt aandragen dus ik mag haar wel.

Deze week kwam stagiaire binnen terwijl ze met een doek haar onderarmen aan het oppoetsen was.
‘Dat zeepapparaat he…’ zei ze.
Ik wist meteen wat ze bedoelde: aan de bovenkant van het apparaat zit een hendel die je met je elleboog kunt bedienen. Bekend uit menige ziekenhuissoap en erg hygiënisch.
De zeep. Ja, de zeep komt niet onderuit het apparaat maar uit een opening vlak onder die hendel.
Ik wist allang van de hoed en de rand. Je strekt je arm om met de hand zeep op te vangen en tegelijkertijd loopt die zeep over je onderarm. Ter hoogte van je elleboog.

In de zomer overkomelijk maar zoals het gaat met al het goede: die is in zoverre voorbij dat de armen weer wat meer bedekt zijn.
‘Dat heb ik nog drie keer per week’, zuchtte ik. ‘Ik ook’ verzuchtte een collega. En nog een collega. We keken elkaar wat verbaasd aan.
‘Dat had ik van jou niet verwacht’ zei de ene collega tegen de andere.
[Nee niet tegen mij. Ik knoei met alles.]
‘Ja, het gebeurt mij ook nog steeds’ gaf de andere collega toe omdat we het er toch over hadden. Want heuh, wij collega’s vertellen elkaar best wel eens wat zo in het algemeen maar dit had iedereen klaarblijkelijk maar zo’n beetje voor zich gehouden. Uit schaamte.
Soapspenders Anonymous en niet erg trots daarop maar dolblij niet de enige te zijn.

[Het meest waardeloze was natuurlijk weer wel dat die zeep bij mij altijd vlekt en bij kekke stagiaires nooit.
Verder was het een heel waardevol en saamhorig moment.]

Peet - 9:04 - al 11 meningen

4 oktober 2005
onrustig

Of ik een openhartoperatie, bypass en darmonderzoek tegemoet ging, zo zat ik erbij.
Het is toch werkelijk te hopen dat ik nooit echt iets krijg. Ik hoefde namelijk alleen maar een stel hechtingen te laten verwijderen.
In de wachtkamer las ik een interview in een oude Nieuwe Revu. Een interview met Kluun om precies te zijn. ‘En die heeft een log’, wist ik.
Ergens begint mijn informatievoorziening wat dicht te slibben, realiseerde ik me plots.
Grote kans dat ik ergens pas van weet als er over gelogd is. Maar goed, big deal, dat is dan vaak ook wel weer actueel.

Van de week las ik bij Cockie over een voorstelling van de Mexicaanse Hond, een dag later kreeg ik een ‘Ik mis je’-kaartje van het plaatselijke theater. Gewoon een standaard kaartje, niks persoonlijks verder, of het moet zijn dat ik geen bestelling geplaatst heb voor het komende seizoen. Dat is waar namelijk.
Ik krijg steeds meer jeuk van het idee dat ik nu al weet waar ik op een datum héél ver vooruit zal zitten. Ik weet al waar ik op 2 februari 2006 ben, ik weet al waar ik 12 maart 2006 aan de bar sta te hangen, ik zit aan mijn tax wat voorpret op termijn betreft.

Vanwege dat ‘Ik mis je’-kaartje bladerde ik het programma van het bijbehorende theater door. Vrijwel onmiddellijk struikelde ik op veertien oktober over de voorstelling van Cockie.
Of eigenlijk over de voorstelling van De Mexicaanse Hond.
Ik houd heel erg van de De Mexicaanse Hond. En van Alex van Warmerdam. Heel, heel erg. Eigenlijk al vanaf het moment dat ze me werden opgedrongen door een toenmalig [even denken, ik was zestien, 1982] vriendje dat zelf in Alex d’E. zat en in wiens smaak ik me nog immer kan vinden.
Daarbij is het bijzondere aan 'De Verschrikkelijke Moeder’ vooralsnog dat Pierre Bokma bloot gaat. Okee, ik geef toe, dat is een persoonlijk genoegen maar de gedachte kwam me even goed uit.
In de behandelkamer dacht ik volop aan de blote Pierre Bokma. De assistente peuterde één voor één de hechtingen los.
‘Laat ze nou gewoon zitten’ wilde ik zeggen maar dat kon niet omdat ik dacht aan Pierre Bokma. Zonder kleren.
Ik was er helemaal stil van.

Een arts stapte als formaliteit nog even binnen om me te vertellen dat de uitslag goed was. ‘Oh ja’ zei ik.
Het had ook nog ‘niet goed’ kunnen zijn.
‘We hebben geen onrustig weefsel gevonden’, zei de arts.

‘Dan zou u mijn weefsel nu even moeten bekijken’ zei ik.
‘Onrustig tot in de diepste vezels! Pierre Bokma, he-le-maal naakt!’
Gelukkig was het een vrouwelijke arts. Ze knikte instemmend.

[Het laatste stukje is fictie. Die arts was wel een vrouw maar ik heb dat allemaal niet gezegd. Alleen gedacht. Dat was al erg genoeg.]

Peet - 9:13 - al 13 meningen

3 oktober 2005
waarheen, waarvoor

Ik ben niet zo goed met films. Het is niet dat ik nog nooit een film gezien heb, heus wel, het is alleen dat ze me vaak zoveel moeite kosten.
Eigenlijk ben ik meer van het theater. Theater is overzichtelijk, theater ruikt lekker en de mensen op een podium lijken me echter dan op een wit doek.

En ik weet ook wel dat je dat niet mag vergelijken met elkaar dus om weer eens een beetje te oefenen ging ik naar de videotheek. Haha, video.
‘Als je binnenkomt loop je meteen tegen de hippe films aan’ had H. gezegd. Dat was een aanwijzing die ik best kon gebruiken, maar desalniettemin zei het me allemaal niks.
Simon van Collem, need to say more?
Niet eens de klok horen luiden, ik.
Dus ik greep maar wat, links en rechts. Robert de Niro bestaat nog wel, zag ik. Maar die kan ook héél vervelend zijn. Of gewelddadig. En dan vind ik hem heus niet meer zo leuk.
Op een gegeven moment had ik Ocean’s Twelve in mijn handen. Bekende gezichten, ik houd van bekende gezichten.
‘Dat is het vervolg op Ocean’s eleven’ zei de vriendelijke homo achter de bar. Eh, balie. ‘Doe die dan maar eerst’ zei ik opgewekt.
De vriendelijke homo keek in de computer en zei ‘dattie er wel ergens tussen moest staan’.
Ik denk dat ik er toen heel hulpeloos, radeloos en verslagen uitzag gezien het tempo waarin hij ging helpen zoeken. Onvindbaar. ‘Maar ik kan ‘em wel meegeven in een blanco doosje’ zei hij.
Jaja, en dan helemaal geen idee hebben waar het over zou moeten gaan.

Ik kwam opgetogen thuis met ‘twelve’.

‘There’s water in the basement’ zei Julia Roberts in een telefoon. Dat was codetaal. Toen wist George Clooney dat hij er vlug vandoor moest.
En bij Julia stond op dat moment Michael Douglas voor de deur.
Zo ongeloofwaardig. Als de boel hier onder water staat, staat nóóit Michael Douglas voor de deur.

‘Kijk, dat is de vrouw van de rode spaghettibandjes, van die afgesleten linkerschoenzool’ zei ik enthousiast.
‘Huh?’, zei H.
‘Ja, die eerste scene, toen Bradt Pidt uit het raam sprong!’
[Het moment dat ik het nog kon volgen was dat.]

‘Ik wil graag dat ‘stereo’ onder uit het beeld hebben’, zei H.
Ik keek naar de afstandsbediening en drukte op het gele knopje midden onder. Dat ‘stereo’ stond daar uiteindelijk ook in gele letters.
Het volgende moment was het scherm vergeven van duizend-en-één opties die je bij kunt stellen.
‘Wat doe je nou?’ schrok H.
‘Ssst’ zei ik ‘dat trekt zo wel bij.’
En inderdaad: het instellingenwijzigingsscherm verdween en ook het gele ‘stereo’ was weg.
Wonderbaarlijk, dat vond ik zelf eigenlijk ook wel maar ondertussen hadden we minstens twee belangrijke scenes gemist.
‘Ja maar lieverd, George Clooney lag met Demi Moore in bed’, zei H. in een poging iets uit te leggen.
‘Demi Mo-hoore?’
‘Ja, Demi Moore!’
‘Haha’ zei ik, ‘dat was Julia Roberts!’
‘Oh ja…’ zei H.
‘Oh kijk, Amsterdam!’ deed ik blijmoedig mijn best ‘dan zal zo Jeroen Krabbé wel…’
En als we daar Jeroen Krabbé niet hadden!

Vervolgens ging Julia Roberts net doen of ze Julia Roberts was. Ik vond dit een logische ontwikkeling in het verhaal.
Dat vond de politie niet, de politie arresteerde Julia Roberts. Omdat ze net deed of ze Julia Roberts was: hupsakee in de handboeien!

Dat was het moment dat ik het opgaf.

[En als u me nu wilt verexcuseren: morgen moet ‘ie terug, ik ga het nog een keer proberen.
‘Theater van de lach’ van John Lanting, met al die kasten en deuren, dát was ingewikkelde materie.
Ocean’s Twelve. Zo moeilijk kan een film toch niet zijn?]

Peet - 10:06 - al 14 meningen

1 oktober 2005
indruk


stunt.JPG

Nee hoor, stil maar: dit is geen Vreselijk Ongeluk.
Dit gebeurt als een man indruk probeert te maken om maar liefst twee leuke vrouwen tegelijk.
Dat mannen bij tijd & wijle grote aanstellers zijn wist ik allang.
Dat grootheidswaanzin is meegebakken in het ontwerp bleek maar weer.

Gelukkig kreeg hij vanmiddag zijn vingers tussen de deur.
Tussen de deur en het nauwsluitende kunststofkozijn dus.
Gewoon, zoals het hoort als je twee jaar bent.

[En dat maakte uiteraard minstens zo veel indruk.]


(photo by daph)

Peet - 7:17 - al 14 meningen

1 oktober 2005
adem in - adem uit

Om twee uur verliet ik het werkterrein, rechtstreeks naar de supermarkt.
Gelukkig is er op weg naar huis nóg een supermarkt. Ik was namelijk boodschappenbriefjesloos en als ik boodschappenbriefjesloos ben vergeet ik per definitie wat net het hardst nodig was.
Wc-papier en koffiefilters. Plus chocola, een hutspotpakket, hondenkoekjes en een fles port voor je-weet-maar-nooit want dat hadden ze allemaal ook in supermarkt II.
Thuiskomen, tassen uitpakken, blokken in doos en vijf paar schoenen op de trap.
Vloer vegen en dweilen.
Commentspam verwijderen uit reactievensters en tegen beter weten in IP’s bannen. Adem in - adem uit.
Vaatwasser in-en uitruimen, fijn gesprek met honden en één kind vast uit bed.
Oppas instrueren, omkleden, hell-niks-om-aan-te-trekken en al helemáál geen zin om te strijken, strakke lijntjes om ogen schilderen vanwege heldere kijk op de zaak.
Ibuprofen, neusspray, wolk Marc O’Polo, kus-kus-kus 'tot straks' en de auto weer in.
Dit alles binnen een tijdsbestek van twee uur.

Er was, oh liederlijke schande, een tijd dat ik voor zo een soort schema twee dagen uittrok.
Dat was vroeger. What was I thinking?
Drúk dat ik het toen had!

Peet - 1:50 - al 5 meningen